In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 1 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1993, was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging die plaatsvond op 3 februari 2017 te Heerhugowaard. De tenlastelegging omvatte geweldshandelingen tegen twee benadeelden, waarbij de verdachte zou hebben deelgenomen aan een vechtpartij. Tijdens de zitting in hoger beroep op 18 januari 2023 heeft de verdachte ontkend zich schuldig te hebben gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en verklaarde dat hij enkel ter plaatse was om een ruzie te stoppen. Het hof heeft de zaak grondig onderzocht, inclusief de verklaringen van de benadeelden en getuigen. Het hof concludeert dat er onvoldoende bewijs is dat de verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het geweld. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging, omdat het hof niet wettig en overtuigend bewezen achtte dat hij zich schuldig had gemaakt aan openlijke geweldpleging. Daarnaast zijn de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig werd bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof vernietigt het eerdere vonnis en spreekt de verdachte vrij.