Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 20 december 2021 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, die [benadeelde] :
hij op of omstreeks 20 december 2021 te Amsterdam openlijk, te weten aan de Burg de Vlugtlaan, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [benadeelde] , door hem:
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak primair tenlastegelegde
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
first offenderen gelet op het tijdsverloop en de eventuele gevolgen voor zijn baan bij de oplegging van een gevangenisstraf, is de oplegging van een gevangenisstraf niet (langer) opportuun. De verdediging refereert zich ten aanzien van de hoogte van een eventueel op te leggen taakstraf aan het oordeel van het hof.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
65aan proceskosten gevorderd, dat ziet op de kosten van rechtsbijstand. Ter onderbouwing van deze vordering is een factuur bijgevoegd van € 1.350,
36. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep geheel toegewezen. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
90 (negentig) dagen hechtenis.
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagenhechtenis, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van de proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€1.350,36 (duizend driehonderdvijftig euro en zesendertig cent).