ECLI:NL:GHAMS:2023:2511
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de beschikking inzake bewindvoering en verzoek tot ontslag van de bewindvoerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de bewindvoering van de rechthebbende, die in 2020 onder bewind is gesteld vanwege verkwisting en problematische schulden. De rechthebbende verzocht om opheffing van het bewind, stellende dat de noodzaak hiervoor niet meer bestaat. Het hof heeft echter geoordeeld dat, ondanks verbeteringen in haar financiële situatie, de rechthebbende nog niet voldoende zelfredzaam is om haar financiën zelfstandig te beheren. De rechthebbende heeft in het verleden problemen gehad met het beheren van haar budget en het aanvragen van extra leefgeld, wat heeft geleid tot zorgen over haar financiële inzicht. Het hof heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter bekrachtigd, omdat niet is gebleken dat de noodzaak voor het bewind niet meer bestaat of dat voortzetting daarvan niet zinvol is. Daarnaast heeft de rechthebbende subsidiair verzocht om ontslag van de huidige bewindvoerder, maar ook dit verzoek is afgewezen. Het hof concludeert dat de bewindvoerder zijn taken naar behoren uitvoert en dat er geen gewichtige redenen zijn voor ontslag. De rechthebbende heeft wel een compensatie ontvangen voor de toeslagenaffaire, wat haar in staat stelt om haar schulden af te lossen en een zelfredzaamheidstraject te starten. Het hof moedigt de rechthebbende aan om in de toekomst opnieuw om opheffing van het bewind te verzoeken, indien zij kan aantonen dat zij in staat is haar financiën zelfstandig te beheren.