In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 2008, was eerder vrijgesproken van een tenlastelegging in een andere zaak, maar heeft hoger beroep ingesteld tegen een vonnis waarin hij werd beschuldigd van mishandeling van de heer [benadeelde 1] op 15 september 2022 in Amsterdam. Het hof heeft de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig geacht en heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd. De verdachte werd beschuldigd van het geven van een trap aan de zij van de benadeelde partij, wat door getuigen werd bevestigd. Het hof heeft de eerdere vrijspraak vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan mishandeling. De opgelegde straf bestond uit een werkstraf van 20 uren, subsidiair 10 dagen jeugddetentie, en de vordering van de benadeelde partij werd afgewezen omdat deze niet voldeed aan de wettelijke vereisten voor schadevergoeding. Het hof heeft de zaak beoordeeld op basis van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan, en heeft geen aanleiding gezien om af te wijken van de gebruikelijke straffen voor dergelijke delicten.