ECLI:NL:GHAMS:2023:2465
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Wijziging van alimentatie en dwangsom in familiezaken met internationale aspecten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van alimentatieverplichtingen en de oplegging van een dwangsom in een familiekwestie met internationale aspecten. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in februari 2023 hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland van 23 november 2022. De rechtbank had bepaald dat de vrouw de man eenmaal per kwartaal schriftelijk moest informeren over belangrijke zaken met betrekking tot hun kinderen, en dat de man een kinderbijdrage van € 222,50 per kind per maand en een partnerbijdrage van € 82,- per maand aan de vrouw moest betalen, met ingang van 31 mei 2022.
Het hof heeft vastgesteld dat de man en de kinderen de Nederlandse nationaliteit hebben, terwijl de vrouw de Turkse nationaliteit heeft. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft in deze zaak. De man heeft verzocht om een dwangsom van € 200,- per dag voor het niet nakomen van de informatieregeling door de vrouw, met een maximum van € 20.000,-. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw zich niet correct aan de informatieregeling heeft gehouden en heeft een dwangsom van € 200,- per kwartaal opgelegd, met een maximum van € 10.000,-.
Daarnaast heeft het hof de ingangsdatum van de wijziging van de alimentatieverplichtingen vastgesteld op 24 mei 2021, in plaats van 31 mei 2022, zoals eerder door de rechtbank was bepaald. Dit is gedaan op basis van de onderbouwing van de man dat zijn inkomen per 24 mei 2021 met 30% was gedaald. Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw geen terugbetalingsverplichting heeft voor de eventueel teveel ontvangen bedragen, omdat de man zijn achterstand in alimentatie aan het inlossen is. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het overige verzoek van de man afgewezen.