Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
- het rapport van de Raad van de Kinderbescherming (hierna: de Raad) opgemaakt op 22 september 2023;
- het evaluatierapport van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (hierna: JBRA) opgemaakt op 21 september 2023;
- vier ‘perspectiefplannen’ (kwartaalrapporten) van Teylingereind betreffende de verdachte, opgemaakt door de behandelcoördinatoren, over de detentieperiode van 14 januari 2022 tot 1 juni 2023;
- een schriftelijke aanvulling op voornoemde perspectiefplannen van [naam 1] , gedragswetenschapper bij Teylingereind, opgemaakt op 18 september 2023;
- een Uittreksel Justitiële Documentatie van 21 juni 2023 waaruit blijkt dat de verdachte op 13 april 2021 door de rechtbank te Amsterdam is veroordeeld tot een deels voorwaardelijke werkstraf in verband met een afpersing in vereniging;
- de verklaringen die de deskundigen [psychiater] (kinder- en jeugdpsychiater), [psycholoog] (GZ-psycholoog), [naam 2] (zittingsvertegenwoordiger van de Raad) en [naam 3] (JBRA) ter terechtzitting in hoger beroep van 2 oktober 2023 hebben afgelegd.
Beslag
- 1 STK GSM (omschrijving: PL1300-2021262750-G6140025, Apple iPhone);
- 1 STK Schoeisel (omschrijving: PL1300-2021262750-G6140084, zwart, merk: Nike Dimsix);
- 1 STK Jas (omschrijving: PL1300-2021262750-G6140962, zwart, merk: Tommy Hilfiger);
- 1 STK Jas (omschrijving: PL1300-2021262750-G6140976, blauw, merk: Moncler);
- 1 STK GSM (omschrijving: PL1300-2021262750-G6186013, grijs, merk: Hmp Mini Tel).
Vorderingen benadeelde partij
- De aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed.
- De wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de ernst van de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was. Bij het aan dit gezichtspunt toe te kennen gewicht kan meewegen of het secundaire slachtoffer beroepsmatig of anderszins bedacht moest zijn op een dergelijke schokkende gebeurtenis.
- De aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1]
- € 198.356 schade door derven levensonderhoud;
- € 4.969,90 kosten uitvaart;
- € 1.815,00 kosten opstellen expertiserapport Laumen;
- € 132,57 reiskosten.
- € 20.000,00 wegens affectieschade;
- € 20.000,00 wegens schokschade.
confrontatiemet die onrechtmatige daad of de gevolgen daarvan een hevige emotionele schok teweeg brengt.
€ 6.579,00.
- een bedrag van € 20.000,00 voor affectieschade;
- een bedrag van € 6.784,90 voor materiële schade;
- een bedrag van € 6.579,00 voor proceskosten.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
- € 17.500,00 wegens affectieschade;
- € 17.500,00 wegens schokschade.
confrontatiemet die onrechtmatige daad of de gevolgen daarvan een hevige emotionele schok teweeg brengt.
€ 5.047,00aan proceskosten gevorderd. Evenals de rechtbank overweegt het hof ten aanzien van de gevorderde proceskosten dat redelijke uitleg van artikel 532 Sv meebrengt dat bij de begroting daarvan dezelfde maatstaf wordt gehanteerd als in civiele procedures. Daarin wordt bij de vordering als hier aan de orde doorgaans het 'Liquidatietarief rechtbanken en hoven' gehanteerd. Het hof ziet geen aanleiding daar in deze zaak van af te wijken. Voor de berekening van het te vergoeden bedrag ten aanzien van de procedure in eerste aanleg gaat het hof uit van het per 1 februari 2021 geldende liquidatietarief II van € 563,00 per punt, behorend bij de hoogte van de vordering zoals het hof die zal toewijzen. Voor de behandeling in hoger beroep neemt het hof het per 1 februari 2023 geldende tarief II als uitgangspunt, te weten € 598,00 per punt.
- een bedrag van € 17.500,00 voor affectieschade;
- een bedrag van € 885,65 voor materiële schade;
- een bedrag van € 5.047,00 voor proceskosten.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 3]
- € 17.500,00 wegens affectieschade;
- € 17.500,00 wegens schokschade.
€ 5.770,00.
- een bedrag van € 17.500,00 voor affectieschade;
- een bedrag van € 5.770,00 voor proceskosten.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 4]
- € 17.500,00 wegens affectieschade;
- € 17.500,00 wegens schokschade.
€ 5.770,00.
- een bedrag van € 17.500,00 voor affectieschade;
- een bedrag van € 5.770,00 voor proceskosten.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
24 (vierentwintig) maanden.
inrichting voor jeugdigen.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 26.784,90(zesentwintigduizend zevenhonderdvierentachtig euro en negentig cent)
bestaande uit € 6.784,90(zesduizend zevenhonderdvierentachtig euro en negentig cent)
materiële schade en € 20.000,00(twintigduizend euro)
immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 132,57(honderdtweeëndertig euro en zevenenvijftig cent)
aan materiële schadeaf.
€ 6.579,00(zesduizend vijfhonderdnegenenzeventig euro).
€ 18.385,65(achttienduizend driehonderdvijfentachtig euro en vijfenzestig cent)
bestaande uit € 885,65(achthonderdvijfentachtig euro en vijfenzestig cent)
materiële schade en € 17.500,00(zeventienduizend vijfhonderd euro)
immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.047,00(vijfduizend zevenenveertig euro).
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 6.372,06 (zesduizend driehonderdtweeënzeventig euro en zes cent) aan materiële schadeaf.
€ 5.770,00(vijfduizend zevenhonderdzeventig euro).
€ 17.500,00 (zeventienduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 15.072,00 (vijftienduizend tweeënzeventig euro) aan materiële schadeaf.
€ 5.770,00(vijfduizend zevenhonderdzeventig euro).