ECLI:NL:GHAMS:2023:2446

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2023
Publicatiedatum
20 oktober 2023
Zaaknummer
23-002525-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met aanvulling van bewijsmiddelen en met uitzondering van de straf in een cocaïne-invoerpoging

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 2 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1978, was betrokken bij een poging tot het invoeren van cocaïne. Het hof bevestigde het vonnis van de rechtbank, met uitzondering van de strafoplegging, die werd aangepast. De rechtbank had de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 39 maanden, maar het hof legde een gevangenisstraf van 32 maanden op, rekening houdend met de regisserende rol van de verdachte, zijn recidive en zijn gezondheidstoestand, namelijk Multiple Sclerose. De zaak kwam aan het licht na een controle op de luchthaven Johan Adolf Pengel in Suriname, waar de verdachte samen met anderen cocaïne trachtte in te voeren. Het hof oordeelde dat de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan, een vrijheidsbenemende straf vereisten. De verdachte had bijgedragen aan de internationale drugshandel, wat ernstige gevolgen heeft voor de gezondheid van individuen en de maatschappij. Het hof hield ook rekening met de straffen die doorgaans worden opgelegd voor soortgelijke feiten en de omstandigheden van de verdachte. De tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf zal plaatsvinden in een penitentiaire inrichting, met de mogelijkheid van deelname aan een penitentiair programma of voorwaardelijke invrijheidsstelling. Het hof vernietigde het vonnis van de rechtbank enkel ten aanzien van de strafoplegging en bevestigde het vonnis voor de rest.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002525-22
datum uitspraak: 2 augustus 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 23 september 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-197537-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
adres: [adres],
thans gedetineerd in de [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 19 juli 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behalve ten aanzien van de strafoplegging – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof;
  • de bewijsmiddelen zal aanvullen zoals hierna weergegeven;
  • een beslissing neemt ten aanzien van het beslag en
  • een beslissing neemt ten aanzien van het bevel tot voorlopige hechtenis.
De in hoger beroep door de raadsman gevoerde bewijsverweren vinden hun weerlegging in de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen en de bewijsmotivering, paragraaf 3.3.2 en 3.3.3 van het vonnis, die het hof, met inachtneming van het bovenstaande, overneemt.

Bewijsmiddelen:

Het hof voegt het hierna weergegeven bewijsmiddel toe aan de door de rechtbank in het vonnis opgenomen bewijsmiddelen.
 Een proces-verbaal van Rechtshulpverzoek Suriname van 24 december 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant], met bijlagen [doorgenummerde pagina’s 76 t/m 93]
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als
mededeling van verbalisant:
Op woensdag 23 juni 2021, hebben leden van het Bestrijding Internationale Drugssmokkel (BID)
team, op de luchthaven Johan Adolf Pengel te Suriname, een man gecontroleerd die voornemens
was als passagier naar Nederland te vertrekken. De man, geïdentificeerd als [naam],
trachtte cocaïne, verstopt in voedingswaren, Nederland in te voeren. Hierop werd [naam] op woensdag 23 juni 2021 aangehouden.

Oplegging van straf

De rechtbank heeft de verdachte voor het in eerste aanleg subsidiair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 39 maanden, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het subsidiair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 32 maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft verzocht de door de rechtbank opgelegde straf te matigen, omdat het nettogewicht van de cocaïne niet is komen vast te staan.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan een poging tot het invoeren van cocaïne. Door zijn handelen heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan de instandhouding van de
internationale drugshandel. Cocaïne is een voor de gezondheid van personen zeer schadelijke
stof. De hoeveelheid die is gepoogd in te voeren was van dien aard, dat deze bestemd moet zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De verspreiding van en handel in cocaïne gaan gepaard met vele andere vormen van criminaliteit, waaronder levensdelicten.
Gelet op de aard en ernst van het feit is het hof van oordeel dat alleen een vrijheidsbenemende straf als sanctie in aanmerking komt. Het hof houdt bij de bepaling van de hoogte van de gevangenisstraf rekening met de straffen die voor het invoeren van harddrugs plegen te worden opgelegd en die hun weerslag vinden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Hierbij dient te worden opgemerkt dat door de autoriteiten van Suriname het nettogewicht van de cocaïne niet is vastgesteld. Om een eventueel verschil tussen het bruto en netto gewicht te ondervangen, heeft het hof gelet op de straffen die plegen te worden opgelegd voor het invoeren van een hoeveelheid van 8.000 tot 9.000 gram aan harddrugs.
In strafverhogende zin wordt rekening gehouden met de omstandigheid dat de verdachte een regisserende en organisatorische rol heeft gespeeld bij de poging tot invoer. Voorts is de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 4 juli 2023 eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld, hetgeen het hof in het nadeel van de verdachte meeweegt. Tot slot houdt het hof in strafmatigende zin rekening met het feit dat de verdachte leidt aan een ernstige ziekte, te weten Multiple Sclerose (MS).
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van 32 maanden, zoals gevorderd door de advocaat-generaal, passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 45 en 47 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de strafoplegging en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
32 (tweeëndertig) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 500,00;
€ 600,00;
€ 500,00.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van deze hechtenis gelijk wordt aan die van de straf.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. L.F. Roseval, mr. E. de Greeve en mr. F.A. Hartsuiker, in tegenwoordigheid van mr. D. Damman, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 2 augustus 2023.