ECLI:NL:GHAMS:2023:2436

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 oktober 2023
Publicatiedatum
19 oktober 2023
Zaaknummer
23-002686-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verdachte in hoger beroep wegens gebrek aan grieven

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 oktober 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de verdachte, die eerder door de politierechter in de rechtbank Amsterdam was veroordeeld. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 4 oktober 2022, maar heeft geen schriftuur met grieven ingediend. Tijdens de zittingen op 29 november 2022 en 5 oktober 2023 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

Het hof constateert dat de verdachte geen bezwaren tegen het vonnis heeft geuit, noch schriftelijk noch mondeling. Op 31 mei 2023 heeft de verdachte een akte van intrekking van het hoger beroep ingediend, wat erop wijst dat hij zijn wens om de zaak in hoger beroep te laten behandelen niet langer handhaaft. Het hof heeft vastgesteld dat er geen grieven zijn ingediend en dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou rechtvaardigen dat de zaak verder wordt onderzocht.

Op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij mr. W.S. Ludwig, mr. R.P. den Otter en mr. B.E. Dijkers zitting hadden. De uitspraak is gedaan op de openbare terechtzitting van 5 oktober 2023, waarbij mr. P. de Haas als griffier aanwezig was. Mr. W.S. Ludwig was buiten staat om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002686-22
datum uitspraak: 5 oktober 2023
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 4 oktober 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-198110-22 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 2001,
adres: [adres01] .

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 29 november 2022 en 5 oktober 2023.
De verdachte heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennis genomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot het niet-ontvankelijk verklaren van verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Op 31 mei 2023 is een akte intrekking hoger beroep bij het hof binnen gekomen. Het hof constateert dat er aldus geen grieven zijn kenbaar gemaakt en begrijpt dat de verdachte zijn wens om de zaak in hoger beroep te laten behandelen niet langer handhaaft. Ook is daarnaast niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden wordt de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. R.P. den Otter en mr. B.E. Dijkers, in tegenwoordigheid van mr. P. de Haas, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 5 oktober 2023.
mr. W.S. Ludwig is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.