Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
“Afgesproken is dat: (…) [appellant]geeft elke partij apart schriftelijk opdracht dmv hen zelf opgestelde opdrachtbevestiging (…). Er pas wordt gestart met uitvoering van belangrijke deelwerkzaamheden als er schriftelijke opdracht is van opdrachtgever (…)”.[geïntimeerde] heeft vervolgens op 12 november 2018 een offerte uitgebracht.
“(…) De directie wordt gevoerd door dhr. [appellant] , als gevolmachtigde voor de directievoering treedt op dhr. [naam 2] .”.
“ [naam 1] , ik ben op vakantie, maar betaal alles waar je recht op heb. Ga je zeker niet te kort doen.”
3.Beoordeling
, maakt dat niet anders. (…)
“De aannemer heeft alsdan recht op de aannemingssom, vermeerderd met de kosten die hij als gevolg van de niet voltooiing heeft moeten maken en verminderd met de hem door de beëindiging bespaarde kosten. Aanspraken van de aannemer en de opdrachtgever op hetgeen overigens ter zake van de overeenkomst verschuldigd is blijven onverlet.”.
eerste tot en met derde en vijfde griefbetoogd dat zij € 30.459,06 is misgelopen aan (bij doorgang van het werk) door te berekenen vergoedingen voor de inzet en het gebruik van systeemkisten, onderslagen, PAL-torens, een keet, een kraan en containers met bouwgereedschap. Deze vergoedingen zien op de afschrijving, de opslag en het onderhoud van dit materieel. Daarnaast heeft de rechtbank miskend dat zij aanspraak kan maken op € 8.395,00 aan opslag-/stallingskosten voor onderslagen, PAL-torens, containers met bouwplaatsgereedschap en een kraan.
vierde griefheeft [geïntimeerde] betoogd dat zij € 43.425,25 aan personele inkomsten is misgelopen doordat het werk niet is doorgegaan. Zij heeft de totale loonkosten voor het werk begroot op € 222.625,25. Door uitlening van de voor het werk gereserveerde werknemers aan een ander bouwbedrijf, heeft zij € 179.200,00 kunnen besparen.