ECLI:NL:GHAMS:2023:2393

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
23-003176-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, gedateerd 22 november 2021. De verdachte, geboren in 1988 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 10 juli 2023 heeft de raadsman van de verdachte medegedeeld dat de verdachte het hoger beroep wenst in te trekken, omdat hij geen belang meer heeft bij het hoger beroep. De raadsman heeft ook aangegeven dat de verdachte de eerder geuite bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft.

Het hof heeft vervolgens de vordering van de advocaat-generaal in overweging genomen, die strekte tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep. Gezien het feit dat de verdachte geen belang meer heeft bij het hoger beroep en er geen rechtens te respecteren belang is gebleken dat zou pleiten voor verder onderzoek van de zaak, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. Dit is in overeenstemming met artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, bestaande uit de rechters D.A.C. Koster, E. van Die en M.L.M. van der Voet, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 juli 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003176-21
datum uitspraak: 10 juli 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 22 november 2021 in de strafzaak onder parketnummer 15-312872-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1988,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 juli 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot de niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Ter terechtzitting van 10 juli 2023 heeft de raadsman medegedeeld dat de verdachte het hoger beroep wenst in te trekken omdat hij geen belang meer heeft bij het hoger beroep. De raadsman heeft daarbij te kennen gegeven dat de verdachte de eerder geuite bezwaren tegen het vonnis niet langer handhaaft.
Nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak zal de verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.A.C. Koster, mr. E. van Die en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. C.T. Snellenberg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 juli 2023.