ECLI:NL:GHAMS:2023:2380
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van medeplegen vernieling na onvoldoende samenwerking tussen verdachte en medeverdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 4 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte was beschuldigd van medeplegen van vernieling van een auto, gepleegd in de periode van 26 tot en met 27 februari 2016 te Warder, gemeente Edam-Volendam. De tenlastelegging stelde dat de verdachte samen met een medeverdachte opzettelijk en wederrechtelijk een auto had vernield die toebehoorde aan een benadeelde partij. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte zou worden vrijgesproken, en de raadsman heeft dit verzoek ondersteund.
Het hof heeft vastgesteld dat voor de bewezenverklaring van medeplegen voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte vereist is. Hoewel er een gezamenlijk plan was om de auto te beschadigen, heeft de verdachte zich op het cruciale moment teruggetrokken en geen actieve rol gespeeld in de uitvoering van het delict. Het hof concludeert dat de betrokkenheid van de verdachte niet van voldoende gewicht is om medeplegen te kunnen vaststellen. Daarom heeft het hof de verdachte vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Daarnaast heeft de benadeelde partij een vordering tot schadevergoeding ingediend, die in eerste aanleg was toegewezen. Aangezien de verdachte niet schuldig is bevonden, heeft het hof de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan, waarbij de kosten voor zowel de benadeelde partij als de verdachte zijn vastgesteld op eigen kosten.