Uitspraak
[verdachte]
Gerechtshof Amsterdam
Op 5 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 december 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die beschuldigd werd van opzettelijk handelen in strijd met het verbod zoals gesteld in artikel 2 onder C van de Opiumwet, alsook van handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet Wapens en Munitie. De verdachte, geboren in 2001, werd bijgestaan door een gemachtigd raadsman tijdens de rechtszitting.
Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met inachtneming van de overwegingen die in de uitspraak zijn opgenomen. Het hof heeft daarbij aangegeven dat de bewijsmiddelen die door de rechtbank zijn gebruikt, zullen worden vervangen door de bewijsmiddelen die na een eventueel beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de uitwerking van de aantekening. Tevens is het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing verklaard, wat inhoudt dat de strafbare feiten die de verdachte zijn ten laste gelegd, onder de voorwaarden van dat artikel vallen.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerder opgelegde taakstraf van 40 uren wordt gehandhaafd. Dit arrest is gewezen door mr. D.A.C. Koster, in aanwezigheid van de griffiers T. Zikken en mr. R.M. ter Horst. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan geraadpleegd worden via de rechtspraak.nl website.