Op 5 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 2 september 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 27 januari 2021 in Amsterdam een overtreding heeft begaan van artikel 8, lid 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een taakstraf van 40 uren en een voorwaardelijke ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden, met een proeftijd van 2 jaar. De bijkomende straf van ontzegging zal niet ten uitvoer worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. De beslissing is genomen door een enkelvoudige strafkamer van het hof, waarbij mr. D.A.C. Koster de uitspraak heeft gedaan, in bijzijn van de griffiers T. Zikken en mr. R.M. ter Horst.