ECLI:NL:GHAMS:2023:2372

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2023
Publicatiedatum
16 oktober 2023
Zaaknummer
23-000263-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in een diefstalzaak met betrekking tot hoger beroep

Op 5 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 19 januari 2023 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die werd aangeklaagd voor diefstal. Het hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde. Dit betekent dat het hof niet verder ingaat op dat specifieke onderdeel van de zaak. Voor het overige heeft het hof het vonnis waarvan beroep bevestigd, wat inhoudt dat de eerdere uitspraak van de politierechter in stand blijft. De gemachtigde raadsman van de verdachte was niet verschenen tijdens de zitting, wat mogelijk invloed heeft gehad op de beslissing van het hof. De uitspraak is gedaan door een enkelvoudige strafkamer van het hof, wat gebruikelijk is in dergelijke strafzaken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer eerste aanleg : 15-017124-23
parketnummer hoger beroep : 23-000263-23

TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman niet verschenen)

Arrest van het gerechtshof Amsterdam, enkelvoudige strafkamer, van 5 oktober 2023 gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 19 januari 2023 in de zaak tegen de verdachte:

naam:[verdachte]

voornamen: [verdachte]
geboren: op [geboortedag] 1994 te [geboorteplaats]
adres: [adres].

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het onder 2 tenlastegelegde.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor zover aan het oordeel van het hof onderworpen.
Gewezen door mr. D.A.C. Koster, in bijzijn van T. Zikken en mr. R.M. ter Horst, griffiers.
mr. D.A.C. Koster