Uitspraak
[verdachte01]
Gerechtshof Amsterdam
Op 5 oktober 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, gewezen op 10 januari 2023. De zaak betreft de verdachte [verdachte01], geboren op [geboortedatum01] 2000 te [geboorteplaats01]. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, waarin de verdachte werd veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd. De opgelegde straf bestaat uit een taakstraf van 120 uren, waarvan 60 uren voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep, met de aantekening dat de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen zullen worden vervangen door de bewijsmiddelen die na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de uitwerking van deze aantekening. Tevens is het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing verklaard. De beslissing van het hof is genomen in enkelvoudige strafkamer en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.
De uitspraak is gedaan in het kader van het hoger beroep met parketnummer 23-000171-23, waarbij het hof de eerdere beslissing van de rechtbank heeft bevestigd. De zaak is van belang voor de rechtspraktijk, omdat het de toepassing van de Opiumwet en de gevolgen van strafbare feiten in deze context betreft.