ECLI:NL:GHAMS:2023:2273

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2023
Publicatiedatum
6 oktober 2023
Zaaknummer
23-003061-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Openlijke geweldpleging tegen personen met strafmaatappel en oplegging van taakstraf en gevangenisstraf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1989, was aangeklaagd voor openlijke geweldpleging tegen een persoon op 6 oktober 2021 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte het meermalen slaan en trappen van het slachtoffer, wat leidde tot lichamelijk letsel. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de vereisten van een vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en heeft hem daarvoor strafbaar verklaard. De verdachte had eerder strafrechtelijke veroordelingen, maar deze betroffen voornamelijk vermogensdelicten. Bij de strafoplegging heeft het hof rekening gehouden met de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zorg voor een kind. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur en een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één dag. De op te leggen straffen zijn gebaseerd op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003061-22
datum uitspraak: 18 juli 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 november 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-031789-22 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1989,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 juli 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en diens raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 6 oktober 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, openlijk, te weten op/aan de Warmoesstraat, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer01] door voornoemde [slachtoffer01] meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten een of meerdere (schaaf)wonden en kneuzingen, voor die [slachtoffer01] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 6 oktober 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer01] heeft mishandeld door voornoemde [slachtoffer01] meermalen, althans eenmaal, te slaan en/of stompen en/of schoppen en/of trappen
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
primair
hij op 6 oktober 2021 te Amsterdam, openlijk, te weten aan de Warmoesstraat, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer01] , door voornoemde [slachtoffer01] meermalen te slaan en te trappen terwijl dit door hem gepleegde geweld enig lichamelijk letsel, te weten een (schaaf)wond voor die [slachtoffer01] ten gevolge heeft gehad;
Hetgeen primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het primair bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het primair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het primair bewezenverklaarde levert op:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, terwijl het door de schuldige gepleegde geweld enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het primair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straffen

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de politierechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsvrouw heeft ter terechtzitting in hoger beroep verzocht een taakstraf op te leggen gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en meer in het bijzonder op het feit dat hij de zorg heeft over een kind.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straffen bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich samen met zijn medeverdachte schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging. De verdachte heeft samen met de medeverdachte op de openbare weg – vlak voor de winkel van aangever – geweld gebruikt tegen aangever door hem meermalen te slaan en te trappen. Als gevolg hiervan heeft aangever lichamelijk letsel opgelopen. Een feit als het onderhavige maakt ernstig inbreuk op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en daarbij versterkt dergelijk geweld, gepleegd op de openbare weg, gevoelens van onrust en onveiligheid, niet alleen bij slachtoffers maar ook bij omstanders.
Hoewel de verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 10 mei 2023 eerder strafrechtelijk is veroordeeld, constateert het hof dat dit veelal ter zake van vermogensdelicten is geweest. Het hof heeft bij de strafoplegging aansluiting gezocht bij het relevante oriëntatiepunt van het LOVS, waarin voor openlijke geweldpleging, lichamelijk letsel ten gevolge hebbend een taakstraf voor de duur van 150 uren als uitgangspunt wordt genoemd.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden. Nu het taakstrafverbod als bedoeld in artikel 22b Sr van toepassing is, zal het hof de verdachte daarnaast een onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van één dag.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) dag.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
150 (honderdvijftig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
75 (vijfenzeventig) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. F.A. Hartsuiker, mr. A.R.O. Mooy en mr. R.A.E. van Noort, in tegenwoordigheid van mr. C.E. Dongelmans, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 juli 2023.
=========================================================================
[…]