ECLI:NL:GHAMS:2023:227
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een bestreden vonnis in hoger beroep
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 24 januari 2023 een tussenuitspraak gedaan in een hoger beroep. De zaak betreft een incident dat door de geïntimeerde is ingesteld tot schorsing van de tenuitvoerlegging van een eerder vonnis van de rechtbank Noord-Holland. De geïntimeerde, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.W. de Groot, heeft aangevoerd dat de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis hem in een noodsituatie zal brengen, met onomkeerbare gevolgen voor hem en zijn gezin. Hij stelt niet over de financiële middelen te beschikken om het bedrag van de veroordeling te voldoen, wat zou leiden tot de verkoop van zijn woning en mogelijk faillissement. De appellant, vertegenwoordigd door advocaat mr. Y.N. Rosina, heeft verweer gevoerd tegen de incidentele vordering van de geïntimeerde.
Het hof heeft in zijn beoordeling het belang van de geïntimeerde bij behoud van de bestaande toestand zwaarder laten wegen dan het belang van de appellant bij de uitvoerbaarheid van het vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de gevolgen van de tenuitvoerlegging voor de geïntimeerde ingrijpend en onomkeerbaar zijn, terwijl de appellant geen spoedeisend belang heeft bij de voortzetting van de tenuitvoerlegging. Het hof heeft daarom besloten de tenuitvoerlegging van het bestreden vonnis te schorsen totdat er in de hoofdzaak een eindarrest is gewezen. De beslissing over de proceskosten in het incident is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak.