In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 12 januari 2023 was gewezen. De verdachte is beschuldigd van mishandeling van de hoofdconducteur in de trein op 8 oktober 2022 te Alkmaar. De tenlastelegging omvatte het slaan in het gezicht, bijten in de duim en het slaan met een glazen fles op het hoofd van de benadeelde partij. De verdediging voerde aan dat de verdachte zich slechts had verweerd tegen de agressieve benadeelde partij, maar het hof verwierp dit verweer. Het hof oordeelde dat de verdachte de eerste agressieve handelingen had verricht en dat zijn gedrag niet als zelfverdediging kon worden gekwalificeerd. De mishandeling werd wettig en overtuigend bewezen geacht.
De politierechter had de verdachte in eerste aanleg veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand, maar het hof verhoogde deze straf naar twee maanden, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was gepleegd. De verdachte had de conducteur, die zijn werk deed, ernstig mishandeld, wat niet alleen pijn veroorzaakte, maar ook leidde tot een bloedende wond op het hoofd van het slachtoffer. Het hof benadrukte het gebrek aan respect voor personen in openbaar gezag en de impact van de mishandeling op de veiligheid van reizigers in het openbaar vervoer.
Daarnaast werd de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding van € 985,00 toegewezen, bestaande uit immateriële en materiële schade. Het hof legde de verdachte de verplichting op om dit bedrag te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters aanwezig waren op de openbare terechtzitting.