Uitspraak
Onderzoek van de zaak
7 september 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tenlastelegging
- aan de haren van die [slachtoffer] te trekken en/of
- een marmeren onderzetter, althans een voorwerp, tegen die [slachtoffer] te gooien en/of
- die [slachtoffer] te duwen waardoor zij met haar hand door de glazen vitrinekast viel.
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
12 augustus 2020 door de verdachte is mishandeld tijdens een ruzie in de woning waar zij met de verdachte woonde. Zij heeft (onder andere) verklaard dat zij door de verdachte tegen een vitrinekast aan is geduwd en daardoor met haar hand door de ruit van de vitrinekast is gegaan en verwondingen heeft opgelopen aan haar rechterhand. Verder heeft de aangeefster verklaard dat de verdachte aan haar haren heeft getrokken en een marmeren onderzetter tegen haar hoofd heeft gegooid. De verdachte heeft verklaard dat hij weliswaar ruzie had met de aangeefster, maar heeft de beschuldigingen van de aangeefster ten stelligste ontkend. Hij heeft verklaard dat hij met een marmeren onderzetter heeft gegooid, maar niet in de richting van of tegen aangeefster en dat de aangeefster het letsel aan haar hand niet door een duw van hem, maar op een andere wijze heeft opgelopen, mogelijk door te slaan tegen de vitrinekast. Door omwonenden is geschreeuw gehoord en zij hebben, net als de politie, verwondingen aan de rechterhand van de aangeefster waargenomen. Ander letsel is niet geconstateerd. De politie heeft voorts gezien dat in de woning een vitrinekast met een gebroken ruit stond en een marmeren onderzetter op de vloer lag.
BESLISSING
21 september 2023.