ECLI:NL:GHAMS:2023:2217

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
27 september 2023
Publicatiedatum
29 september 2023
Zaaknummer
23-002668-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal van dashboardonderdelen uit een personenbus met braak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte is beschuldigd van diefstal van onderdelen van een dashboard uit een Volkswagen Transporter, gepleegd op 16 juni 2022 te Callantsoog. De verdachte en zijn mededader hebben zich schuldig gemaakt aan deze diefstal door middel van braak. Tijdens de behandeling in eerste aanleg verklaarde de verdachte dat hij het dashboard had gevonden op een feestje, maar het hof hechtte geen geloof aan deze verklaring. Het hof oordeelde dat de verdachte zich samen met zijn mededader schuldig heeft gemaakt aan de inbraak, gebaseerd op camerabeelden en andere bewijsmiddelen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden, waarbij het hof rekening hield met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor vergelijkbare delicten. Het hof vernietigde het eerdere vonnis van de politierechter en kwam tot een andere beslissing.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002668-22
datum uitspraak: 27 september 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland (locatie: Alkmaar) van 29 september 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-150508-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag 1] 1993,
adres: [adres 1],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
13 september 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair
hij op of omstreeks 16 juni 2022 te Callantsoog, gemeente Schagen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een of meerdere onderdelen van het dashboard van een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 1], in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
subsidiair
hij op of omstreeks 16 juni 2022 te Callantsoog, gemeente Schagen, een of meerdere onderdelen van het dashboard van een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken 1], althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, dan wel redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot andere beslissingen komt dan de politierechter.

Bespreking van een bewijsverweer

De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte integraal moet worden vrijgesproken. Ten aanzien van het primair ten laste gelegde heeft de raadsman aangevoerd dat het onduidelijk is wanneer en door wie de diefstal is gepleegd. Daarnaast valt op dat geen inbrekersgereedschap is aangetroffen bij de verdachte en de medeverdachte waarmee de diefstal zou kunnen zijn gepleegd. Bovendien heeft de verdachte een voldoende aannemelijke alternatieve verklaring afgelegd. De verdachte verklaart dat hij op een feestje was, hetgeen wordt ondersteund door het proces-verbaal van bevindingen op pagina 34 van het politiedossier, waarin de camerabeelden van het vakantiepark worden beschreven en waaruit blijkt dat de verbalisant muziek op de achtergrond hoort. De verdachte heeft verklaard dat hij werd opgehaald door de medeverdachte, hetgeen door de medeverdachte is bevestigd. Er is verder geen onderzoek gedaan naar het feestje, terwijl daar wel aanleiding voor was. Op basis van de kleding die de verdachte en de medeverdachte droegen kan hoogstens worden vastgesteld dat zij over het terrein hebben gelopen en dat zij de auto-onderdelen in de berm hebben gevonden. Zij zijn niet bij de opengebroken bus gezien.
Het hof verwerpt dit verweer. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte en zijn medeverdachte in een Mercedes bus in het holst van de nacht wegrijden van vakantiepark [vakantiepark] te [adres 2]. Nadat de Mercedes bus van de politie een stopteken krijgt worden daaruit onderdelen van een dashboard gegooid. Deze onderdelen zijn afkomstig van een Volkswagen die enkele dagen daarvoor is geparkeerd op de parkeerplaats van voornoemd vakantiepark en waarin daarna is ingebroken. Deze feiten en omstandigheden zijn redengevend voor het oordeel dat de verdachte zich tezamen en in vereniging met zijn medeverdachte schuldig heeft gemaakt aan de inbraak in deze Volkswagen. Dat is anders indien de verdachte een verifieerbare, de redengevendheid ontzenuwende verklaring heeft voor deze belastende omstandigheden.
De verdachte heeft bij de behandeling ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat hij op een feestje op de camping was en dat hij het dashboard in het gras langs de weg heeft gevonden. Het hof hecht geen geloof aan deze verklaring en schuift deze terzijde. Hierbij is van belang dat op de camerabeelden van het vakantiepark is te zien dat twee mannen gedurende ongeveer een half uur op het vakantiepark rond lopen en dat zij wegrennen op het moment dat zij zaklampen van de politie zien. De kleding van de personen op de beelden komt overeen met de kleding die de verdachte en de medeverdachte droegen ten tijde van hun aanhouding en het hof gaat er dan ook van uit dat de verdachte en de medeverdachte op de beelden zijn te zien. Deze beelden verhouden zich niet met de verklaring van de verdachte dat hij op een feestje was en werd opgehaald door de medeverdachte, maar sterken het hof in zijn overtuiging dat de verdachte en zijn mededader zich toen en daar schuldig hebben gemaakt aan diefstal met braak.

Bewezenverklaring

primair
hij op 16 juni 2022 te Callantsoog, gemeente Schagen, tezamen en in vereniging met een ander, onderdelen van het dashboard van een Volkswagen met kenteken [kenteken 1], die aan [slachtoffer] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak
Hetgeen primair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof acht de ten laste gelegde feiten en omstandigheden bewezen en grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de navolgende bewijsmiddelen zijn vervat.

Bewijsmiddelen

1. Een proces-verbaal van aangifte van 16 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar (dossierpagina’s 8 en 9).
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de verklaring van [slachtoffer]:
Ik heb 14 juni 2022 de auto (het hof begrijpt: een Volkswagen met kenteken [kenteken 1]) rond 16.00 uur geparkeerd op de parkeerplaats van het vakantiepark waar ik verblijf. Op 16 juni 2022 omstreeks 08.30 uur wilde ik naar mijn auto toen ik twee agenten zag staan. Een agent vertelde mij dat er in mijn auto was ingebroken. Ik heb van de agent begrepen dat het slot aan de bestuurders kant verwijderd is en dat het dashboard is verwijderd. Ik heb de auto zonder schade en braaksporen neergezet.

2. Een proces-verbaal van bevindingen van 16 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door bevoegde opsporingsambtenaren (dossierpagina’s 11 tot en met 15).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisanten:
Op 16 juni 2022 reden wij over de [adres 2]. Aldaar is gevestigd [vakantiepark] [adres 2] (het hof begrijpt: een vakantiepark). Ter hoogte van genoemde vestiging van [vakantiepark] zagen wij een zwartgekleurde bus geparkeerd staan voor het pand/receptie [vakantiepark].
Deze bus was voorzien van het kenteken [kenteken 2], merk Mercedes-Benz. Wij zagen geen personen in de directe omgeving van de bus.
Omstreeks 04:05 uur hoorden wij het geluid van de motor van een personenauto/bus en zagen dat in de bus voorzien van het kenteken [kenteken 2] nu twee personen zaten. Wij besloten de bestuurder te onderwerpen aan een algemene verkeerscontrole. Wij gaven hem een stopteken met ons transparant. Hier gaf de bestuurder van de bus geen gevolg aan. Wij zagen dat de bus met de rechterzijde in de berm raakte. Wij zagen dat hij weer terugstuurde de Abbestedeweg op. Opeens zagen wij dat er twee zwartgekleurde voorwerpen uit het raam werden gegooid richting de berm. Deze werden uit het raam gegooid van de bijrijder. Wij zagen beide voorwerpen terecht komen op het asfalt. Ik, verbalisant [verbalisant], heb de voorwerpen ontweken door er om heen te sturen. Het transparant brandde al enige minuten, maar de bestuurder gaf geen gevolg aan het stopteken.
Wij zagen na een aantal korte heftige stuurbewegingen links-rechts dat de bestuurder
besloot te stoppen.
Bijrijder: [verdachte] geboren [geboortedag 1]/1993 [geboorteplaats 1]
Bestuurder: [medeverdachte] geboren [geboortedag 2]/1994 [geboorteplaats 2]
Met de onderdelen (het hof begrijpt: de voorwerpen die uit het raam van de bijrijder waren gegooid) zijn wij vervolgens opnieuw gereden naar [vakantiepark]. Wij zijn gelopen naar een Volkswagen Multivan voorzien van het kenteken [kenteken 1]. Wij keken via de bijrijders zijde naar binnen. Wij zagen dat er onderdelen mistten uit het dashboard welke overeen kwamen met de onderdelen die uit de bus waren gegooid. Wij zagen diverse braak/breeksporen in het slot van de bestuurderszijde.

3. Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door een bevoegde opsporingsambtenaar (dossierpagina 26).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Ik heb de twee voorwerpen bekeken die aangetroffen en in beslag genomen zijn door de politiecollega's. De voorwerpen betreffen onderdelen die thuishoren in het dashboard van een volkswagenbusje. Ik zie dat de onderdelen precies passen in het gedeelte van het dashboard van de auto (het hof begrijpt: de Volkswagen met kenteken [kenteken 1]) waar de onderdelen uit zijn weggenomen.

4. Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door een bevoegde opsporingsambtenaar (dossierpagina’s 34 tot en met 38).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Ik heb de beelden bekeken die wij hebben ontvangen van de manager van [vakantiepark] vakantiepark [vakantiepark].
Op de beelden staat geen tijd en datum weergegeven maar dit is wel te zien in het originele programma. De beelden die zijn geleverd zijn opgenomen op 16 juni 2022. De beelden lopen van 03.55 uur tot 05.00 uur. Als er dus onderin 10.00 minuten staat is de daadwerkelijke tijd 04.05 uur.
Camera 2 (slagbomen)
Op 09.46 minuut (werkelijke tijd dus 04:04 uur) zie ik dat er vanaf de parkeerplaats twee personen aan komen lopen. Deze komen vanaf de parkeerplaats en lopen richting de slagbomen. Ik zie dat de persoon die, voor mij gezien, links loopt een lichtkleurige broek aan heeft en daarboven een donkergekleurd kledingstuk draagt. De persoon rechts is volledig in het donker gekleed. Ik zie dat de personen vervolgens ter hoogte van de slagboom een klein hekje over klimmen om zo in de speeltuin terecht te komen voor de receptie. Dit hekje bestaat uit een aantal houten palen. Als 1 persoon over het hekje is geklommen, zie ik dat de andere persoon een voorwerp aan hem geeft zodat hij er vervolgens zelf overheen kan klimmen. Ik kan niet zien wat het is. Ik zie dat de tweede persoon vervolgens ook over het hekje klimt. Ik zie dat de personen vervolgens vlak langs het hek van houten palen lopen om vervolgens om 04:05 uur rechts uit het beeld te verdwijnen.
Camera 3 (ingang voor)
Op minuut 06:39 zie ik uit noordelijke richting een voertuig komen rijden over de Duinweg. Ik zie dat deze in zuidelijke richting rijdt. Ik zie dat dit een opvallende politieauto betreft.
Op minuut 08:50 hoor ik een persoon praten. Ik herken deze stem als de stem van een van de politiecollega's.
Op minuut 11:46 (04:06 uur) zie ik rechts in beeld twee personen het beeld in komen rennen. Ik zie dat een persoon volledig in het zwart gekleed is. Ik zie dat de andere persoon een grijze broek aan heeft met daarboven een zwarte bovenstuk. Ik zie dat ze achter elkaar rennen in de richting van de duinen, boven in beeld. Ik zie dat ze het trappetje tegenover de ingang van de receptie op rennen en zo boven in het beeld verdwijnen.
Ik zie ondertussen af en toe het licht van een zaklamp in beeld komen. Dit licht komt uit zuidelijke richting en is vermoedelijk het licht van de zaklamp van een van de politiecollega's.
Op minuut 32:13 (04:27 uur) zie ik uit noordelijke richting een persoon over de Duinweg komen lopen. Ik zie dat deze persoon in zuidelijke richting komt lopen. Ik zie dat deze persoon gekleed is in een grijze broek en een donker gekleurde trui. Ik zie dat er over de linkerarm van deze persoon een grijze streep in zijn trui zit. Ik zie dat de persoon links onder het beeld uit loopt.
Op minuut 38:16 (04:33 uur) zie ik boven in beeld twee personen het beeld in komen lopen. Ik zie dat zij uit noordelijke richting komen en lopen in zuidelijke richting over de Duinweg. Ik zie dat de ene persoon een grijze broek aan heeft. Ik zie dat de andere persoon door de berm loopt, aan de zijde van het vakantiepark. Ik zie dat deze persoon volledig in het donker gekleed is. Ik zie dat hij een zwart voorwerp in zijn linkerhand houdt.
Ik hoor op minuut 39.06 autodeuren open en dicht gaan. Op minuut 39:22 hoor ik vervolgens een brommend geluid en hoor ik dat er een auto wordt gestart. Op minuut 39:27 hoor ik dat er gas wordt gegeven en hoor ik dat er een auto wegrijdt.
Camera 4 (terras)
Op minuut 10:40 zie ik boven in het beeld dat er twee personen over het hekje de zandspeelplaats in klimmen. De personen lopen langs het hek van houten palen en verdwijnen rechts het beeld uit. Doordat er verlichting aan de zijkant van het pand hangt, is te zien dat de eerste persoon volledig in het zwart gekleed is. Op minuut 10:54 zie ik dat de tweede persoon door het licht heen loopt en ik zie dat deze een grijze broek aan heeft met aan de bovenkant een donkergekleurde trui met op zijn arm een lichte streep.
Op minuut 11:06 zie ik dat rechts in beeld de twee personen weer terug komen en in een hoekje blijven staan kijken. Het lijkt alsof ze aan het wachten zijn. Ik zie dat de persoon met de grijze broek een donkergekleurde capuchon op heeft.
Op minuut 11.29 (04:06 uur) zie ik kort twee keer een lichtbundel het beeld in komen. Dit lijkt op het licht van een zaklamp. Ik zie dat de personen om de hoek kijken, zich vervolgens omdraaien en beginnen te rennen. Ik zie dat ze over het terras heen rennen en links het beeld uit verdwijnen.
Op minuut 18:37 zie ik twee politiecollega's in uniform rechts het beeld in lopen. Ik zie dat ze vervolgens een ronde maken op het terrein en links in beeld verdwijnen.

5. Een proces-verbaal van bevindingen van 18 juni 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door een bevoegde opsporingsambtenaar (dossierpagina 71).

Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van de verbalisant:
Op zaterdag 18 juni 2022 heb ik de kleding van de beide verdachten bekeken. Volgens de dienstdoende arrestantenwachtmedewerker zijn ze sinds hun aanhouding niet van kleding gewisseld dan wel is er kleding voor ze aan het politiebureau afgeleverd.
Ik zie dat de kleding in de fouillering van [medeverdachte] bestaat uit:
- zware (het hof begrijpt: zwarte) Adidas sweater met capuchon met over beide mouwen, van schouder tot pols, de drie witte Adidas merkstrepen.
Ik zie dat [medeverdachte] op de luchtplaats staat van het cellencomplex Den Helder. Ik zie dat hij gekleed is in een wit t-shirt met korte mouwen en een lichtgrijze joggingbroek.
Ik hoorde de dienstdoende AAT medewerker verklaren, dat [medeverdachte] gekleed was in die grijze broek toen hij werd binnengebracht vanuit het cellencomplex Alkmaar.
Ik zie dat de kleding in de fouillering van [verdachte] bestaat uit:
- geheel zwarte kleding; zwarte sweater en zwarte broek.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het primair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het primair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte ten aanzien van het primair en subsidiair ten laste gelegde vrijgesproken.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft het hof verzoek om, indien het tot een bewezenverklaring komt, de geëiste straf te matigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft samen met een ander op een vakantiepark een dashboard uit een personenbus gestolen. De bus kon hierdoor niet meer worden bestuurd en moest versleept worden naar Duitsland ter reparatie. De verdachte heeft met zijn handelen niet alleen veel schade veroorzaakt, maar ook het verblijf van de aangeefster met haar kinderen op het vakantiepark verstoord. Dit soort feiten veroorzaken niet alleen overlast bij de slachtoffers, maar veroorzaken ook gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Bij de straflegging heeft het hof gelet op de straffen die voor soortgelijk zaken plegen te worden opgelegd.
Het hof heeft in het nadeel van de verdachte meegewogen dat hij blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 5 september 2023 veelvuldig eerder ter zake van vermogensdelicten onherroepelijk is veroordeeld. De verdachte was meer dan een gewaarschuwd mens.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M. Kengen, mr. R. Kuiper en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg en mr. M.S. Fritsche, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 27 september 2023.
Mrs. A.M. Kengen, R. Kuiper en A.M. van Tilburg zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]