beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.275.755/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 24 augustus 2023
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPROMEX TECHNICS HOLDING B.V.,
gevestigd te Gouda,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DE ERGOSHOP HOLDING B.V.,
gevestigd te Oisterwijk,
VERZOEKSTERS,
advocaat: voorheen mr. B.A. Bendel, kantoorhoudende te Utrecht, thans
mr. J.M. van Gool, kantoorhoudende te Breda,
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPROMEX TECHNICS HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
IMPROMEX TECHNICS B.V.,
beide gevestigd te Gouda,
VERWEERSTERS,
advocaat: voorheen mr. B.A. Bendel, kantoorhoudende te Utrecht, thans
mr. J.M. van Gool, kantoorhoudende te Breda,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NAM BEHEER B.V.,
gevestigd te Gouda,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: voorheen mr. T.M. Schraven, kantoorhoudende te Tilburg, thans
mr. G.J.B.C. Maton, kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DANBU B.V.,
gevestigd te Gouda,
BELANGHEBBENDE,
niet verschenen bij advocaat.
In het vervolg zullen partijen, belanghebbenden en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
- verzoekster/verweerster sub 1 met Impromex Holding;
- verzoekster sub 2 met De Ergoshop;
- verweerster sub 2 met Impromex Technics;
- belanghebbenden respectievelijk met NAM en Danbu.
1.
Het verloop van het geding
1.1 Voor het eerdere verloop van het geding verwijst de Ondernemingskamer naar haar beschikkingen van 16 april 2020, 23 maart 2022 en 19 oktober 2022 in deze zaak en naar de processen-verbaal van het verhandelde ter zitting van de Ondernemingskamer in deze zaak van 2 september 2021 en 17 maart 2022.
1.2 Bij de beschikking van 16 april 2020 heeft de Ondernemingskamer, onder aanhouding van iedere verdere beslissing, bij wijze van onmiddellijke voorziening NAM verboden, totdat door de Ondernemingskamer anders zal worden beslist,
( i) handelingen als (indirect) bestuurder van Impromex Holding en Impromex Technics te verrichten,
(ii) zich op het bedrijfsterrein of in het bedrijfspand van Impromex Holding en Impromex Technics te begeven, anders dan op uitnodiging van De Ergoshop,
(iii) pogingen te doen zich autorisaties te verschaffen die leiden tot toegang tot de banktegoeden van Impromex Holding en Impromex Technics,
een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
1.3 Tijdens de mondelinge behandeling op 17 maart 2022 heeft de Ondernemingskamer een onderzoek bevolen naar het beleid en de gang van zaken van Impromex Holding en Impromex Technics over de periode vanaf 1 januari 2019 en, bij wijze van onmiddellijke voorziening en vooralsnog voor de duur van de procedure,
- NAM geschorst als bestuurder van Impromex Holding;
- bepaald dat één aandeel van De Ergoshop en één aandeel van NAM in het kapitaal van Impromex Holding ten titel van beheer zijn overgedragen aan een nader door de Ondernemingskamer aan te wijzen en aan partijen bekend te maken persoon;
- bepaalt dat – zo nodig in afwijking van de statuten – de verkoop en de overdracht van het pand en de verkoop en de overdracht van de aandelen in Impromex Technics de voorafgaande goedkeuring van de algemene vergadering van Impromex Holding behoeven en dat daarover in die algemene vergadering bij gewone meerderheid kan worden beslist.
1.4 Bij de beschikking van 23 maart 2022 heeft de Ondernemingskamer mr. A.J.A. Jansen te Amsterdam (hierna: Jansen) aangewezen als beheerder van aandelen zoals bedoeld in het proces-verbaal van 17 maart 2022.
1.5 Bij de beschikking van 19 oktober 2022 heeft de Ondernemingskamer het bevolen onderzoek voor zover dit het beleid en de gang van zaken van Impromex Technics aangaat beëindigd en de getroffen onmiddellijke voorzieningen voor zover deze zien op Impromex Technics opgeheven.
1.6 Mr. Van Gool heeft bij V-formulier van 17 juli 2023 namens zijn cliëntes verzocht de procedure door te halen, waarbij ieder der partijen de eigen kosten draagt, wegens een minnelijke regeling die is bereikt. Mr. Maton heeft bij e-mail van 18 juli 2023, onder verwijzing naar het voormelde V-formulier van mr. Van Gool, namens NAM eveneens verzocht deze procedure door te halen, nu partijen met elkaar een vaststellingsovereenkomst hebben gesloten, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. Jansen heeft bij e-mail van 18 juli 2023, onder verwijzing naar voormelde berichten van mrs. Van Gool en Maton, bevestigd in te stemmen met het beëindigingsverzoek. D.M. Builtjes heeft op verzoek van de Ondernemingskamer bij e-mail van 26 juli 2023 namens Danbu kenbaar gemaakt eveneens in te stemmen met het beëindigingsverzoek.