ECLI:NL:GHAMS:2023:216

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
31 januari 2023
Zaaknummer
23-002091-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep op basis van artikel 416 lid 2 Wetboek van Strafvordering

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 13 juli 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 17 januari 2023 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in het ingestelde hoger beroep, op grond van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Het hof heeft vastgesteld dat er door of namens de verdachte geen schriftuur met grieven is ingediend en dat er ook geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven. Bovendien is er geen rechtens te respecteren belang gebleken dat zou pleiten voor een verder onderzoek van de zaak. Gezien deze omstandigheden heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep, conform de vordering van de advocaat-generaal.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij ook de griffier aanwezig was. Het arrest is gepubliceerd op 3 februari 2023 en is toegankelijk via Rechtspraak.nl.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002091-21
datum uitspraak: 17 januari 2023
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 13 juli 2021 in de strafzaak onder parketnummer 13-151905-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1992,
zonder vaste woon- of verblijfplaats.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 17 januari 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Door of namens de verdachte is geen schriftuur houdende grieven ingediend. Evenmin zijn mondeling bezwaren tegen het vonnis opgegeven. Ook overigens is niet gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak. Om die reden zal de verdachte niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. T. de Bont, mr. W.S. Ludwig, en mr. A.M. Kengen, in tegenwoordigheid van mr. B. van Vliet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 17 januari 2023.