In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 20 april 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de behandeling van de zaak in hoger beroep op 31 augustus 2023 heeft het hof de beschikbare camerabeelden bekeken, maar kwam tot de conclusie dat het vonnis van de politierechter bevestigd kon worden. Het hof heeft de bewezenverklaring verbeterd door een schrijffout te corrigeren, waarbij de zinsnede "van het merk Palm Angers" nu correct gelezen moet worden als "van het merk Palm Angels". Deze verbetering schaadt de verdachte niet in zijn verdediging.
Daarnaast heeft de raadsman van de verdachte een voorwaardelijk verzoek gedaan om aanvullende camerabeelden op te vragen van de winkel waar het delict zou hebben plaatsgevonden. Het hof heeft echter geoordeeld dat de reeds beschikbare camerabeelden voldoende inzicht geven in de situatie en dat het niet noodzakelijk is om verder onderzoek te doen naar andere camerabeelden. De verklaring van de verdachte over het achterlaten van een kledingstuk in het pashokje werd ongeloofwaardig geacht op basis van de waarnemingen op de camerabeelden. Het hof heeft het voorwaardelijk verzoek van de raadsman dan ook afgewezen. De beslissing van het hof bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van de verbeteringen in de bewezenverklaring.