ECLI:NL:GHAMS:2023:2158

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
14 september 2023
Publicatiedatum
19 september 2023
Zaaknummer
23-000795-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van vonnis in hoger beroep inzake diefstal en schuldheling met gevangenisstraf en tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 september 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1979 en thans gedetineerd, was eerder veroordeeld voor diefstal en schuldheling. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld tegen het vonnis van 7 maart 2022. De tenlastelegging omvatte diefstal van twee blikken Heineken bier en het voorhanden hebben van een elektrische fiets waarvan de verdachte redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf verkregen was. Het hof heeft de bewijsvoering van de politie en de verklaringen van de verdachte en zijn raadsman zorgvuldig gewogen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de tenlastegelegde feiten en heeft het vonnis van de politierechter vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, met aftrek van voorarrest, en de tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van één week is gelast. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000795-22
datum uitspraak: 14 september 2023
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 7 maart 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 15-042561-22 en 16-246239-19 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres],
thans uit anderen hoofde gedetineerd in [detentieadres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 31 augustus 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 18 februari 2022 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer twee blikken Heineken bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [winkel], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op of omstreeks 18 februari 2022 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een elektrische fiets, althans een goed heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bespreking bewijsverweer ten aanzien van feit 1

De raadsman heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het door de verdachte geschetste alternatieve scenario dat hij de blikken bier per abuis heeft meegenomen uit de winkel omdat hij zag dat er mensen bij zijn fiets stonden, niet kan worden uitgesloten.
Het hof verwerpt het tot vrijspraak strekkende verweer en overweegt als volgt.
Uit het proces-verbaal van aangifte van 18 februari 2022 volgt dat de verdachte in het [winkel] filiaal twee blikken bier in zijn jaszak heeft gestopt. Vervolgens is de verdachte zonder deze blikken bij de kassa ter betaling aan te bieden de winkel uitgelopen, waarna hij buiten de winkel door het winkelpersoneel staande is gehouden. Deze gang van zaken wordt bevestigd door het proces-verbaal van bevindingen van 18 februari 2022, waarin camerabeelden van de verdachte in het [winkel] filiaal zijn beschreven. Hieruit blijkt dat de verdachte de goederen aan het zicht heeft onttrokken en vervolgens zonder te betalen de winkel is uitgelopen. Het door de verdachte geschetste alternatieve scenario dat sprake is van een vergissing, is niet aannemelijk geworden, omdat het wordt weerlegd door voornoemde bevindingen en bovendien in strijd is met zijn eigen op 18 februari 2022 ten overstaan van de Marechaussee afgelegde verklaring dat hij naar zijn fiets liep om te kijken of zijn portemonnee daar lag. Het oogmerk op de wederrechtelijke toe-eigening van de goederen kan derhalve worden bewezen.

Bespreking bewijsverweer ten aanzien van feit 2

De raadsman heeft zich ter terechtzitting op het standpunt gesteld dat de verdachte dient te worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe aangevoerd dat de verklaring van de verdachte dat hij de fiets heeft geleend en dat er een los slot bij deze fiets zat niet onaannemelijk is. Daarnaast heeft de verdachte het proces-verbaal van verhoor van
20 februari 2022 niet ondertekend en de inhoud ervan betwist, zodat deze niet voor het bewijs kan worden gebruikt.
Het hof verwerpt het tot vrijspraak strekkende verweer en overweegt als volgt. Aan de elektrische fiets die de verdachte onder zich had ten tijde van zijn staandehouding, ontbrak het slot. Voorts waren er op de plek waar een slot moet hebben gezeten duidelijk beschadigingen zichtbaar. Ter terechtzitting in hoger beroep heeft de verdachte verklaard dat hij de elektrische fiets heeft geleend van een slapende man genaamd ‘[naam]’. Verdere persoonsgegevens heeft de verdachte niet verstrekt. De verdachte heeft deze persoon ter terechtzitting omschreven als een ‘junk’. Mede gelet op de hiervoor beschreven kenmerken van de fiets en de persoon waarvan de verdachte stelt de fiets te hebben geleend, die bij een ieder twijfel zou moeten doen rijzen over de legale herkomst van de fiets, is de verdachte tekort geschoten in zijn onderzoeksplicht, zodat hij met de voor schuldheling vereiste, aanmerkelijke onvoorzichtigheid heeft gehandeld en redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de fiets een door misdrijf verkregen goed betrof. De lezing van de verdachte dat bij de fiets een draagbaar slot zat, is gelet de foto’s uit het proces-verbaal van bevindingen van 20 februari 2022 niet aannemelijk geworden, zodat het hof hieraan voorbij zal gaan.
Wat er verder zij van hetgeen is aangevoerd ten aanzien van het proces-verbaal van verhoor verdachte van 20 februari 2022, het hof zal dit proces-verbaal niet voor het bewijs bezigen, zodat dit onderdeel van het verweer geen nadere bespreking behoeft.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op 18 februari 2022 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, twee blikken Heineken bier, die aan [winkel] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2.
hij op 18 februari 2022 te Schiphol, gemeente Haarlemmermeer, een elektrische fiets voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Hetgeen onder 1 en 2 meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het onder 1 bewezenverklaarde levert op:
diefstal.
Het onder 2 bewezenverklaarde levert op:
schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het onder 1 en 2 bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezenverklaarde veroordeeld tot gevangenisstraf voor de duur van 6 weken met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van twee blikken bier uit de [winkel]. Door aldus te handelen heeft de verdachte inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van dit winkelbedrijf. Diefstal is een ergerlijk feit, dat in het algemeen naast financiële schade ook hinder en overlast voor de gedupeerde veroorzaakt. De verdachte heeft zich daarnaast schuldig gemaakt aan schuldheling van een elektrische fiets. Door aldus te handelen heeft de verdachte bijgedragen aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen fietsen.
Blijkens een uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 23 augustus 2023 is de verdachte eerder ter zake van soortgelijke vermogensdelicten onherroepelijk veroordeeld. Dit heeft de verdachte er niet van weerhouden zich wederom aan de onderhavige feiten schuldig te maken, hetgeen het hof in het nadeel van de verdachte meeweegt.
Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 57, 63, 310 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft de tenuitvoerlegging gevorderd van de bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 19 juni 2020 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week met een proeftijd van 2 jaren. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 en 2 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland van 19 juni 2020, parketnummer 16-246239-19, te weten een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) week.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. A.M. Kengen en mr. M.L.M. van der Voet , in tegenwoordigheid van
mr. L.C. de Groot, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
14 september 2023.
=========================================================================
[…]