Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- de bewijsmotivering aanpast;
- de door de rechtbank gehanteerde bewijsmiddelen vervangt door de navolgende.
Aanpassing bewijsmotivering
Verder heeft getuige [getuige] verklaard dat zij via [website] contact heeft gehad met aangeefster over een bericht van [naam 1] waarin [naam 1] vraagt of aangeefster voor geld mensen uit Aruba wilde rondleiden.”en eindigen met de zin “
Een verbalisant, die het audiobericht van [naam 2] van 13 oktober 2020 heeft beluisterd en verdachte heeft verhoord, heeft de stem van verdachte herkend op dat audiobericht.”
Bewijsmiddelen
Een proces-verbaal aangifte van 21 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren , doorgenummerde pag. 015-030.
De verklaring die de verdachte ter terechtzitting op 31 augustus 2023 heeft afgelegd, voor zover inhoudende, zakelijk weergeven:
Een proces-verbaal van 14 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , doorgenummerde pag. 004-005.
Een proces-verbaal van 14 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren ,
doorgenummerde pag. 073-077.
Een proces-verbaal van bevindingen van 14 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde
pag. 086-098.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 30 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde pag. 107-111.
het hof begrijpt hier en hierna: aangeefster [benadeelde]). [benadeelde] belde naar ons op 13 oktober tussen 22.00 en 23.00 uur. Ik nam de telefoon op waarna [benadeelde] vroeg haar begeleider [naam 4] . Ik hoorde dat [benadeelde] ( [benadeelde] ) geëmotioneerd was.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 21 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde pag. 123-126.
Een proces-verbaal van verhoor getuige van 23 oktober 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, doorgenummerde pag. 127-130.
Oplegging van straf
first offenderspleegt te worden opgelegd. Die heeft zijn weerslag gevonden in de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht, te weten een gevangenisstraf van 24 maanden. Het hof ziet echter in de omstandigheden van de onderhavige zaak aanleiding om anders te beslissen en de verdachte een hogere straf op te leggen. Het slachtoffer heeft een verstandelijke beperking, ontvangt begeleiding voor haar dagelijkse bezigheden en is bijzonder kwetsbaar. De verdachte heeft het kwetsbare slachtoffer op slinkse wijze benaderd en gemanipuleerd tot het maken van een afspraak met hem door haar voor te houden dat zij geld zou gaan ontvangen en haar meermalen te verzekeren dat er gedurende de afspraak geen seks zou gaan plaatsvinden. Tevens heeft de verdachte gedurende de geslachtsgemeenschap geen condoom gebruikt en heeft hij het slachtoffer aldus blootgesteld aan de kans op een ongewenste zwangerschap of een geslachtsziekte, hetgeen bij aangeefster gevoelens van onzekerheid en schaamte teweeg heeft gebracht. Een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, zoals gesuggereerd door de raadsman, doet naar het oordeel van het hof dan ook geen recht aan de ernst van het feit.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
34 (vierendertig) maanden.
€ 9.552,64 (negenduizend vijfhonderdtweeënvijftig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 52,64 (tweeënvijftig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 9.500,00 (negenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 9.552,64 (negenduizend vijfhonderdtweeënvijftig euro en vierenzestig cent) bestaande uit € 52,64 (tweeënvijftig euro en vierenzestig cent) materiële schade en € 9.500,00 (negenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.