ECLI:NL:GHAMS:2023:2035
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Omgangsregeling tussen minderjarige en ouder zonder gezag onder toezicht van gecertificeerde instelling
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 15 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep over de omgangsregeling tussen een minderjarige en zijn moeder, die geen gezag heeft. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 2 december 2022 aangevochten, waarin was bepaald dat het contact tussen haar en de minderjarige uitsluitend op geleide van de gecertificeerde instelling (GI) zou plaatsvinden. De GI, William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, heeft verweer gevoerd tegen de verzoeken van de moeder en heeft de bestreden beschikking willen bekrachtigen.
De moeder heeft in haar verzoek een omgangsregeling voorgesteld, waarbij zij in de eerste drie maanden één keer per maand begeleide omgang zou hebben, gevolgd door een frequentie van om de twee weken en uiteindelijk wekelijks. Het hof heeft in zijn overwegingen gekeken naar de kwetsbaarheid van de minderjarige, die sinds zijn geboorte onder toezicht van de GI staat en in een pleeggezin verblijft. De ouders van de minderjarige hebben beide een verstandelijke beperking en zijn niet in staat gebleken om de benodigde zorg en ondersteuning te bieden.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarige kampt met een preverbaal trauma en dat er in het verleden problemen zijn geweest met de omgang tussen de minderjarige en zijn ouders. De GI heeft aangegeven dat de moeder een rol moet hebben in het leven van de minderjarige, maar dat contact alleen kan plaatsvinden als de minderjarige dat aankan. Het hof heeft uiteindelijk besloten de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarbij het belang van de minderjarige voorop staat. De beslissing is genomen in het belang van de ontwikkeling en het welzijn van de minderjarige, waarbij de GI de regie houdt over de omgang.