ECLI:NL:GHAMS:2023:2021

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 juli 2023
Publicatiedatum
4 september 2023
Zaaknummer
23-000823-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding in hoger beroep wegens gebrek aan betekening aan de verdachte woonachtig in Roemenië

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verdachte die woonachtig is in Roemenië en geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De advocaat-generaal heeft een akte van uitreiking overgelegd waaruit blijkt dat de dagvaarding in hoger beroep op 5 juni 2023 aan het Openbaar Ministerie is betekend, omdat de verdachte niet in Nederland woonachtig is. Tijdens zijn verhoor bij de politie op 5 augustus 2018 heeft de verdachte aangegeven dat hij in Roemenië woont, en op zijn Roemeense identiteitskaart staat een adres vermeld. De raadsvrouw heeft dit ook bevestigd in haar correspondentie.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen dagvaarding is verzonden naar het Roemeense adres van de verdachte, wat in strijd is met artikel 36e, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering. Dit artikel vereist dat de dagvaarding aan de verdachte wordt betekend op zijn woonadres, in dit geval in Roemenië. Aangezien de verdachte niet ter zitting is verschenen en de dagvaarding niet op de juiste wijze is uitgereikt, heeft het hof besloten de dagvaarding in hoger beroep nietig te verklaren. De uitspraak benadrukt het belang van correcte betekening in strafzaken, vooral wanneer de verdachte zich buiten Nederland bevindt.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000823-22
datum uitspraak: 31 juli 2023
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 9 juli 2020 in de strafzaak onder parketnummer
13-155640-18 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1974,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
31 juli 2023.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Geldigheid van de dagvaarding in hoger beroep

Door de advocaat-generaal is een akte van uitreiking met SKDB-staat overgelegd waaruit volgt dat de dagvaarding in hoger beroep op 5 juni 2023 aan het Openbaar Ministerie is betekend, omdat de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft.
Het hof stelt vast dat de verdachte tijdens zijn verhoor bij de politie op 5 augustus 2018 heeft aangegeven dat hij woonachtig is in Roemenië. Daarnaast staat op (de kopie van) zijn Roemeense identiteitskaart in het dossier een adres vermeld, te weten [adres01] . Tevens heeft de raadsvrouw zowel in haar stelbrief als in haar appelschriftuur kenbaar gemaakt dat de verdachte woonachtig is op voornoemd adres.
Het hof stelt vast dat er geen omstandigheden zijn die erop wijzen dat laatstbedoeld adres als achterhaald moet worden beschouwd. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat voornoemd adres de woon- of verblijfplaats van de verdachte betreft. Nu hij daarnaast ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding in hoger beroep niet was gedetineerd, hij niet was ingeschreven in de Basisregistratie Personen en er van hem geen feitelijke woon- of verblijfplaats in Nederland bekend was, vereiste het bepaalde in artikel 36e, derde lid, van het wetboek van Strafvordering uitreiking (d.m.v. toezending) van die dagvaarding (en een vertaling daarvan) aan voornoemd adres in Roemenië. Het hof stelt vast dat geen dagvaarding naar dat adres is verzonden.
Uit het voorgaande volgt dat de dagvaarding in hoger beroep niet op de bij de wet voorgeschreven wijze aan de verdachte is uitgereikt. De dagvaarding voor de terechtzitting in hoger beroep zal op grond daarvan – nu de verdachte niet ter zitting is verschenen – nietig te worden verklaard.
Beslissing
Het hof:
Verklaart de dagvaarding in hoger beroep nietig.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Lolkema, mr. B.E. Dijkers en mr. L.F. Roseval, in tegenwoordigheid van
mr. L.M. van Leeuwen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 31 juli 2023.