ECLI:NL:GHAMS:2023:2
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- I.A. Haanappel-van der Burg
- R.J.M. Smit
- H.T. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding over afgifte bewijsmateriaal na ontslag op staande voet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant], een (ex-)werknemer die op staande voet is ontslagen door [geïntimeerde] B.V. De werknemer verzoekt om afgifte van bewijsmateriaal, bestaande uit beeld- en geluidsfragmenten van gesprekken met werknemers, om zijn ontslag aan te vechten. De kantonrechter heeft in eerste aanleg de gevraagde voorziening geweigerd, wat [appellant] in hoger beroep aanvecht. Het hof beoordeelt of er sprake is van een spoedeisend belang voor de gevraagde voorziening. Het hof concludeert dat [appellant] onvoldoende heeft aangetoond dat er een spoedeisend belang is, vooral omdat hij zelf heeft aangegeven dat hij al een verzoekschriftprocedure is gestart. Het hof bekrachtigt daarom het vonnis van de kantonrechter en wijst de gevraagde voorlopige voorziening af. Tevens wordt [appellant] veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.