ECLI:NL:GHAMS:2023:1975
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis kinderrechter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 27 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kinderrechter in de rechtbank Amsterdam, gedateerd 1 mei 2023. De zaak betreft een verdachte, geboren in 2005, die momenteel gedetineerd is. Tijdens de zitting heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die stelde dat de verdachte niet-ontvankelijk verklaard diende te worden in het hoger beroep. De raadsman van de verdachte heeft op 25 juli 2023 een brief gestuurd aan de voorzitter, waarin hij aangeeft dat de verdachte het eerder ingestelde hoger beroep niet wenst te handhaven. Dit betekent dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis van de kinderrechter intrekt.
Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat gediend is met nader onderzoek van de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan op een openbare terechtzitting, waarbij de oudste raadsheer niet in staat was het arrest mede te ondertekenen.