ECLI:NL:GHAMS:2023:1974

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
10 augustus 2023
Publicatiedatum
22 augustus 2023
Zaaknummer
23-001567-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met betrekking tot schadevergoeding in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 10 augustus 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2023. De verdachte, geboren in 1993 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij had een vordering tot schadevergoeding ingediend van € 10.411,00, bestaande uit € 411,00 aan materiële schade en € 10.000,00 aan immateriële schade. De rechtbank had deze vordering gedeeltelijk toegewezen tot een bedrag van € 5.411,00. In hoger beroep heeft het hof de vordering van de benadeelde partij opnieuw beoordeeld. Het hof heeft vastgesteld dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde feit schade heeft geleden. De materiële schade van € 411,00 werd volledig toegewezen, terwijl de immateriële schade werd vastgesteld op € 5.000,00. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij tot een totaalbedrag van € 5.411,00 toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 23 oktober 2022. De beslissing van de rechtbank tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel werd bevestigd. Het hof heeft de vordering van de benadeelde partij voor het overige afgewezen, omdat niet was gebleken dat er meer schade was geleden. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001567-23
datum uitspraak: 10 augustus 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 16 mei 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-273951-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
thans gedetineerd in de [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 27 juli 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw van de verdachte en de advocaat van de benadeelde partij naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit bevestigen behalve ten aanzien van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij, in zoverre zal het vonnis worden vernietigd, en met dien verstande dat het hof aan de in het vonnis opgenomen wetsartikelen artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) toevoegt.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 10.411,00, bestaande uit € 411,00 aan materiële schade en
€ 10.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 5.411,00, bestaande uit € 411,00 aan materiële schade en € 5000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Voor het overige is de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering verklaard. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep opnieuw gevoegd voor het bedrag van de oorspronkelijke vordering.
De advocaat van de benadeelde partij en de advocaat-generaal hebben het hof verzocht de vordering in zijn geheel toe te wijzen.
De raadsvrouw van de verdachte heeft ter terechtzitting bepleit dat de vordering wat betreft de immateriële schade gematigd dient te worden. Ten aanzien van de materiële schade heeft zij zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is het hof voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde (artikel 243 Sr) rechtstreeks materiële en immateriële schade heeft geleden.
Met betrekking tot de materiële schade overweegt het hof als volgt. Nu de verdachte de vordering van de benadeelde partij wat betreft de materiële schade niet heeft betwist, en de vordering niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, zal het hof uitgaan van de juistheid hiervan en wordt deze vordering geheel toegewezen: een bedrag van € 411,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd.
Met betrekking tot de immateriële schade overweegt het hof als volgt. Op grond van artikel 6:106, aanhef en onder b, van het Burgerlijk Wetboek heeft de benadeelde partij – voor zover hier van belang – recht op een naar billijkheid vast te stellen vergoeding van immateriële schade indien de benadeelde partij ten gevolge van het strafbare feit “op andere wijze in zijn persoon is aangetast”. Naar het oordeel van het hof is hiervan sprake, gelet op de aard en de ernst van de onderhavige normschending en gezien de door de benadeelde partij gegeven toelichting en onderbouwing. Op grond van de door de benadeelde partij gestelde omstandigheden en rekening houdend met de vergoedingen die in soortgelijke zaken worden toegekend, begroot het hof de immateriële schade, evenals de rechtbank, naar billijkheid op een bedrag van € 5.000,00. In zoverre zal dit deel van de vordering worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment waarop het strafbare feit is gepleegd. Hetgeen de advocaat van de benadeelde partij in hoger beroep heeft aangevoerd, dat de immateriële schade moet worden begroot op € 10.000,00, brengt het hof – wat daar verder ook van zij – niet tot een ander oordeel.
De vordering zal dus worden toegewezen tot een bedrag van € 5.411,00.
Voor het overige zal de vordering moeten worden afgewezen, nu uit het onderzoek ter terechtzitting niet is gebleken dat de benadeelde partij ook deze schade heeft geleden.
Schadevergoedingsmaatregel
Voor de goede orde merkt het hof op dat de beslissing van de rechtbank tot oplegging van de schadevergoedingsmaatregel zal worden bevestigd.
Dat geldt ook voor de bepaling dat indien en voor zover de verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij en doet in zoverre opnieuw recht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde] ter zake van het bewezenverklaarde tot het bedrag van
€ 5.411,00 (vijfduizend vierhonderdelf euro) bestaande uit € 411,00 (vierhonderdelf euro) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
Wijst de vordering van de benadeelde partij tot schadevergoeding voor het overige af.
Veroordeelt de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt de aanvangsdatum van de wettelijke rente voor de materiële en de immateriële schade op
23 oktober 2022.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D. Radder, mr. A.M.P. Geelhoed en mr. S. Jongeling, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Tilburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 10 augustus 2023.
De oudste raadsheer is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]