Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
zij op of omstreeks 4 juni 2020 te Haarlem, althans in Nederland, in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vorderde en/of daaraan rechtsgevolgen verbond, te weten bij (haar getuigenverhoor bij) de rechter-commissaris van de Rechtbank Noord-Holland, opzettelijk een valse verklaring onder ede heeft afgelegd, te weten: "[U] houdt mij voor dat ik in 2014 heb verklaard dat ik dit voor “[naam 1]" heb meegenomen. Ik was boos en ik herhaal dat de KMAR bij mij thuis was geweest en dat ik bepaalde namen op papier zag staan. Ik heb toen niet de waarheid verteld. Ik zag de naam “[naam 2]" staan op die papieren en ik wist dat zij en [naam 1] een relatie hebben gehad";
zij op of omstreeks 24 november 2020 te Haarlem, althans in Nederland, in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vorderde en/of daaraan rechtsgevolgen verbond, te weten bij (haar getuigenverhoor bij) de rechter-commissaris van de Rechtbank Noord-Holland, opzettelijk een valse verklaring onder ede heeft afgelegd, te weten: "U houdt mij voor dat ik bij mijn vorige verhoor bij de rechter-commissaris in juni 2020 heb verklaard dat de laatste keer dat ik [naam 3] had gezien of gesproken in 2017 of in 2018 was. U vraagt mij of ik sinds deze verklaring in juni 2020 [naam 3] nog heb gezien of gesproken. [het antwoord daarop is] Nee".
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging ten aanzien van feit 1 en 2
Bewezenverklaring
zij op 4 juni 2020 te Haarlem in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vorderde en daaraan rechtsgevolgen verbond, te weten bij haar getuigenverhoor bij de rechter-commissaris van de Rechtbank Noord-Holland, opzettelijk een valse verklaring onder ede heeft afgelegd, te weten: "[U] houdt mij voor dat ik in 2014 heb verklaard dat ik dit voor "[naam 1]" heb meegenomen. Ik heb toen niet de waarheid verteld";
zij op 24 november 2020 te Haarlem in een geval waarin een wettelijk voorschrift een verklaring onder ede vorderde en daaraan rechtsgevolgen verbond, te weten bij haar getuigenverhoor bij de rechter-commissaris van de Rechtbank Noord-Holland, opzettelijk een valse verklaring onder ede heeft afgelegd, te weten: "U houdt mij voor dat ik bij mijn vorige verhoor bij de rechter-commissaris in juni 2020 heb verklaard dat de laatste keer dat ik [naam 3] had gezien of gesproken in 2017 of in 2018 was. U vraagt mij of ik sinds deze verklaring in juni 2020 [naam 3] nog heb gezien of gesproken. [het antwoord daarop is] Nee".
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
2 (twee) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.