ECLI:NL:GHAMS:2023:1822
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer inzake verzet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van klager tegen een beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer, waarbij het door klager ingediende verzet deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk is verklaard. Klager heeft op 16 november 2022 een beroepschrift ingediend tegen de beslissing van de kamer van 17 oktober 2022. De notaris heeft op 20 januari 2023 een verweerschrift ingediend. De zaak is behandeld op 11 mei 2023, waarbij klager aanwezig was en het woord voerde, terwijl de notaris afwezig was.
De kamer had eerder drie klachten van klager tegen de notaris behandeld, waarbij twee klachten niet-ontvankelijk en/of ongegrond werden verklaard en één klacht buiten behandeling werd gesteld. Klager heeft bezwaar gemaakt tegen deze beslissingen, wat werd geregistreerd als verzet. De kamer heeft het verzet tegen twee klachten inhoudelijk behandeld en ongegrond verklaard, terwijl het verzet tegen de derde klacht niet-ontvankelijk werd verklaard.
Het hof moest beoordelen of klager ontvankelijk was in zijn hoger beroep, ondanks het appelverbod dat voortvloeit uit artikel 99 lid 19 van de Wet op het notarisambt. Klager stelde dat de kamer het verzet niet onafhankelijk en onpartijdig had behandeld en dat er misbruik werd gemaakt van de verzetprocedure. Het hof oordeelde echter dat de stellingen van klager niet geobjectiveerd waren en dat er geen gronden waren voor een doorbreking van het appelverbod. Het hof heeft het hoger beroep afgewezen.