ECLI:NL:GHAMS:2023:1772
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de oplegging van de TBS-maatregel in een doodslagzaak met neurologische complicaties
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam, waarbij de verdachte, geboren in 1981, was ontslagen van alle rechtsvervolging en de maatregel van terbeschikkingstelling (TBS) met dwangverpleging was opgelegd. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Het hof bevestigde het vonnis, maar verving de motivering omtrent de oplegging van de TBS-maatregel. De zaak betreft een doodslag gepleegd op 9 mei 2022, waarbij het slachtoffer, een hulpverlener, op gewelddadige wijze om het leven werd gebracht. Het hof overwoog dat de verdachte ten tijde van het delict leed aan temporaalkwab epilepsie, wat leidde tot een verminderd besef van de omgeving en mogelijk agressief gedrag. De verdediging stelde dat de TBS-maatregel niet passend was, gezien de noodzaak van neurologische behandeling voor de epilepsie van de verdachte. Het hof concludeerde echter dat de TBS-maatregel noodzakelijk was ter bescherming van de samenleving, gezien het recidivegevaar. De beslissing om de TBS-maatregel op te leggen werd onderbouwd door deskundigenrapporten die de neurologische problematiek van de verdachte bevestigden. Het hof benadrukte het belang van maatwerk in de behandeling van de verdachte, waarbij neurologische expertise essentieel is. De TBS-maatregel werd opgelegd met het oog op de veiligheid van anderen, en de duur van de maatregel werd niet gemaximeerd, gezien de ernst van het delict.