In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van openlijke geweldpleging in vereniging, gepleegd op 8 augustus 2022 te Amsterdam, waarbij de aangever meermalen in het gezicht was geslagen en getrapt. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte samen met een medeverdachte de aangever heeft lastiggevallen en vervolgens geweld heeft gepleegd, wat resulteerde in lichamelijk letsel voor de aangever. De verdachte heeft erkend de aangever in het gezicht te hebben geslagen, en getuigen hebben bevestigd dat de verdachte en de medeverdachte de aangever op de grond hebben geslagen en getrapt. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de politierechter vernietigd en de verdachte opnieuw veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, met aftrek van het voorarrest. Het hof heeft daarbij overwogen dat het geweld niet alleen een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van de aangever vormt, maar ook bijdraagt aan gevoelens van onveiligheid in de maatschappij, vooral in het uitgaansleven. De opgelegde straf is in overeenstemming met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is gepleegd.