ECLI:NL:GHAMS:2023:176
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Incident tot schorsing van de tenuitvoerlegging ex art. 351 Rv; ontruiming woning; belangenafweging; gezondheidsproblemen; onomkeerbare gevolgen; afwijzing
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2023 uitspraak gedaan in een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland. Het vonnis betrof de ontbinding van de huurovereenkomst tussen [appellant] en Stichting Telgen, waarbij [appellant] werd veroordeeld om de woning te ontruimen. [appellant] heeft in hoger beroep een incidentele vordering tot schorsing van de tenuitvoerlegging van het vonnis ingesteld, met het argument dat de gevolgen van de ontruiming voor hem, gezien zijn gezondheidsproblemen, onomkeerbaar zouden zijn.
Het hof heeft de belangen van [appellant] en Stichting Telgen tegen elkaar afgewogen. Het hof oordeelde dat Stichting Telgen een zwaarwegend belang heeft bij de tenuitvoerlegging van het vonnis, omdat de overlast die [appellant] veroorzaakt voor omwonenden onhoudbaar is. Aan de andere kant heeft [appellant] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zijn belang bij behoud van de woning zwaarder weegt dan het belang van Stichting Telgen bij de uitvoering van het vonnis. Het hof heeft geconcludeerd dat de incidentele vordering van [appellant] tot schorsing van de tenuitvoerlegging moet worden afgewezen.
De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot het eindarrest in de hoofdzaak, en de zaak is verwezen naar de rol voor memorie van grieven door [appellant].