Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellante 1] ,
[appellant 2],
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
b. Op 2 juli 2021 hebben partijen een overeenkomst van aanneming van werk gesloten. [geïntimeerde] heeft de opdracht gekregen om het hoofdgebouw van de woning van [appellant 2] gelegen aan de [straatnaam] 60 te [plaats 1] (hierna: de woning) te renoveren en een aanbouw te realiseren aan de achter- en zijkant van de woning voor een aanneemsom van € 222.371,- inclusief btw.
€ 140.000,- aan [geïntimeerde] betaald.
Half march the house will be ok for living. Poolhouse mostly ready.
Agreement: extended rental period untill end of march, add costs to other corrections.(…)Paid 5.000 (proof of paiment is signed for payments 8 en 22 dec. 21),Change of payment schedule 10K on invoice instead of cash in januari:week cash invoice paid(…)51 5.000 5.000521 24.460,81(…)oplevering 33.355,65Totaal 40.000 182.371,- 222.371 140.093,73k. Bij factuur van 5 januari 2022 heeft [geïntimeerde] een bedrag van € 24.460,81 aan [appellant 2] in rekening gebracht.
As we just discussed we will pay this invoice when kitchen walls are stucced and cement dekvloer is ready.m. Bij bericht van 7 februari 2022 heeft [geïntimeerde] het volgende aan [appellant 2] meegedeeld:
I must have missed this email…“As we just discussed” does not mean that I agreed to these terms. At the meeting, I was informed about what you decided. In connection with the above, I assume that then provision of the contract are still in force.n. Bij e-mailbericht van 4 maart 2022 heeft [geïntimeerde] het volgende aan [appellant 2] medegedeeld:
(…) I note that you haven’t paid me in the first week of January (…)My accountant therefore gave you the opportunity on Februari 4, 2022 and February 14, 2022 to still make the payments within 7 days. However, you still haven’t paid my invoices. On the contrary, you even asked me to stop sending payment reminders because you would not pay anyway. You are therefore in breach of your obligations under our agreement.You now postponed the payments untill the wall and the kitchen floor are done. You also told me we should negociate about a new payment schedule. I am not willing to negociate any further on the payments and I would like to point out that my invoices are not connected to the amount of work that has been done. The contract allows you to postpone the last payment of 15%, but there is no base to postpone the invoices of January (…). Since you have clearly indicated that you are not prepared to pay my invoices, I see not other option left but to cancel our agreement. Therefore, I regret to inform you that I hereby use my right to partially cancel the agreement, which means that I willnotfinish the remaining work. I reserve the right to recover the unpaid invoices and any damages I suffer as a result of this.o. Bij brief van 9 maart 2022 heeft (de advocaat van) [appellant 2] [geïntimeerde] in gebreke gesteld en de mogelijkheid gegeven het werk uiterlijk op 15 maart 2022 te hervatten.
p. Op 16 maart 2022 heeft [appellant 2] met verlof van de voorzieningenrechter ten laste van [geïntimeerde] conservatoir beslag gelegd onder de ABN Amro Bank N.V., de Coöperatieve Rabobank U.A. en de ING Bank N.V. Daarnaast heeft [appellant 2] conservatoir beslag gelegd op de woning van [geïntimeerde] en op een bedrijfsauto.
3.Beoordeling
eerste grief in incidenteel appelaan dat [appellanten] geen spoedeisend belang hebben bij de door hun gevraagde voorziening. Het hof is van oordeel dat [appellanten] het spoedeisend belang – het kunnen laten verrichten van genoemde werkzaamheden – bij de door hen gevraagde voorziening voldoende hebben toegelicht, zodat zij ontvankelijk zijn in hun vordering. De grief faalt in zoverre.
eerste vijf grievenaangevoerd dat zij niet zijn tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door de factuur van 5 januari 2022 niet te betalen, omdat zij gerechtigd waren tot opschorting van deze betalingsverplichting aangezien vaststond dat [geïntimeerde] de overeengekomen opleverdatum van 28 februari 2022 niet zou halen. Over half maart 2022 is alleen gesproken in verband met de vraag of [appellanten] de huur van hun vervangende woonruimte moesten verlengen, maar daarbij is de overeengekomen opleverdatum van 28 februari 2022 niet losgelaten. Half maart zou overigens ook niet zijn gehaald. Hierbij waren gegronde twijfels over de kwaliteit van het werk aan de orde. Niet [appellanten] maar [geïntimeerde] was dus in verzuim. [geïntimeerde] kon de overeenkomst dan ook niet rechtsgeldig ontbinden, aldus, steeds, [appellanten] hebben hiernaast naar voren gebracht dat partijen de gemaakte betaalafspraak hadden gewijzigd in verband met de stand van het werk. Afgesproken is dat [geïntimeerde] een nieuw betaalschema zou maken, zo hebben zij betoogd. Naar het oordeel van het hof hebben [appellanten] in hoger beroep echter ook onvoldoende toegelicht in het licht van de opgesomde feiten op grond waarvan voorshands zou kunnen worden aangenomen dat [geïntimeerde] de aanneemovereenkomst niet rechtsgeldig heeft ontbonden en dat juist hij in verzuim was. Daarbij neemt het hof, zonder afbreuk te doen aan de zwaarwegende belangen van [appellanten] bij het kunnen laten afbouwen van de woning en het pool house, het volgende in aanmerking.
Change of payment schedule 10K on invoice instead of cash in januari. Het versturen van de factuur van 5 januari 2022 is in lijn met de, kort daarvoor, bevestigde en gemaakte nieuwe afspraken. Verder heeft [geïntimeerde] gemotiveerd betwist dat op het moment dat [appellanten] hem mededeelden dat zij de betaling zouden opschorten (8 januari 2022, zie hiervoor onder 2.l) nakoming zonder tekortkoming onmogelijk was.
grieven 1 tot en met 5 in principaal appelaf.
grieven 6 tot en met 8 in principaal appelaf. De eerste grief in incidenteel appel behoeft met het voorgaande geen nadere behandeling meer.
tweede grief in incidenteel appelbetoogt [geïntimeerde] dat de voorzieningenrechter ten onrechte de vordering van [geïntimeerde] tot opheffing van de conservatoire beslagen heeft afgewezen. Volgens [geïntimeerde] is de vordering van [appellanten] ondeugdelijk en moeten de beslagen op die grond worden opgeheven. Het hof volgt dit betoog niet. Ingevolge artikel 705 lid 2 Rv wordt een conservatoir beslag opgeheven indien summierlijk van de ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht of van het onnodige van het beslag blijkt. Het ligt daarbij (in beginsel) op de weg van [geïntimeerde] om aannemelijk te maken dat de door [appellanten] gepretendeerde vordering ondeugdelijk is of dat het voortduren van de beslagen om andere redenen niet kan worden gerechtvaardigd, in het licht van het door partijen naar voren gebrachte en de onderbouwing daarvan en de wederzijdse belangen. Daarin is [geïntimeerde] ook in hoger beroep niet geslaagd. Reeds hetgeen hiervoor onder 3.14 is overwogen maakt dat voorshands niet summierlijk is gebleken van de ondeugdelijkheid van de vordering van [appellanten] Dat de door [appellanten] gevraagde voorziening in dit kort geding zal worden afgewezen, is daarvoor onvoldoende. Andere gronden op basis waarvan de gelegde beslagen zouden moeten worden opgeheven heeft [geïntimeerde] niet aangevoerd en zijn het hof ook niet gebleken. Gelet op het voorgaande ziet het hof geen aanleiding om de beslagen op te heffen. De grief heeft geen succes.
grief 9 in principaal appelen
grief 3 in incidenteel appel) falen. De grieven in principaal appel en in incidenteel appel kunnen niet leiden tot toewijzing van het in hoger beroep gevorderde. De voorwaarde verbonden aan de eisvermeerdering van [geïntimeerde] is niet vervuld, zodat het hof aan de beoordeling daarvan niet toekomt. [appellanten] zullen worden veroordeeld in de kosten van het principaal hoger beroep, omdat zij ongelijk hebben gekregen. [geïntimeerde] zal worden veroordeeld in de kosten van het incidenteel hoger beroep, omdat dat evenmin succes heeft.