Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
- uitvoerbaar bij voorraad - de vordering alsnog zal toewijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van beide instanties.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een verstekvonnis van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, gewezen op 27 juli 2022. De appellante, een vennootschap onder firma, heeft in eerste aanleg gevorderd dat de geïntimeerde, een consument, wordt veroordeeld tot betaling van € 11.594,81, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft de vordering afgewezen, omdat hij van mening was dat de appellante niet had voldaan aan de precontractuele informatieverplichtingen zoals bedoeld in artikel 6:230l van het Burgerlijk Wetboek (BW). De appellante heeft echter in hoger beroep aangevoerd dat zij wel degelijk aan deze verplichtingen heeft voldaan, onder andere door het toezenden van een offerte aan de consument.
Het hof heeft vastgesteld dat de appellante de consument op duidelijke en begrijpelijke wijze heeft geïnformeerd over de voornaamste kenmerken van de diensten, de identiteit van de handelaar en de totale prijs. Het hof oordeelt dat de grieven van de appellante slagen en dat het bestreden vonnis moet worden vernietigd. De vordering van de appellante tot betaling van haar facturen wordt alsnog toegewezen, inclusief de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten. De geïntimeerde wordt veroordeeld in de kosten van het geding in beide instanties. Dit arrest is gewezen door een meervoudige kamer van het Gerechtshof Amsterdam op 18 juli 2023.