In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 7 juli 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was beschuldigd van het medeplegen van de invoer van 454 kilogram cocaïne in Nederland. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij de organisatie van het transport van cocaïne, maar heeft hem vrijgesproken van het medeplegen van de invoer van de grote hoeveelheid cocaïne. Wel is bewezen dat hij zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de invoer van 10 gram cocaïne. De verdachte was aanwezig bij verschillende overleggen en heeft de regie overgenomen na inspectie van de container door medeverdachten. Het hof heeft de eerdere veroordeling van de rechtbank vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 58 maanden, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De verdachte had eerder een gevangenisstraf van 7 jaar opgelegd gekregen, maar het hof heeft deze straf gematigd vanwege de lange duur van de procedure. Daarnaast zijn er wapens in beslag genomen die aan de verdachte toebehoren, en deze zijn onttrokken aan het verkeer. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam.