ECLI:NL:GHAMS:2023:1576

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
20 juni 2023
Publicatiedatum
5 juli 2023
Zaaknummer
23-002708-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk aanwezig hebben van hasjiesj

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1981, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere veroordeling voor het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 7200 gram hasjiesj op 30 augustus 2021 in Amsterdam. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de tenlastelegging, die betrekking had op de Opiumwet. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen heeft geacht, maar heeft de verdachte vrijgesproken van andere tenlastegelegde feiten. De strafbaarheid van de verdachte werd niet uitgesloten, en het hof heeft de straf bepaald op vier maanden gevangenisstraf, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan. Het hof heeft ook de in beslag genomen voorwerpen behandeld, waarbij sommige verbeurd zijn verklaard en andere aan de verdachte zijn teruggegeven. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, en het arrest is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002708-22
datum uitspraak: 20 juni 2023
VERSTEK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 11 augustus 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-277323-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1981,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
6 juni 2023.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 30 augustus 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7200 gram hasjiesj, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj), waaraan geen andere substanties waren toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 augustus 2021 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 7200 gram hasjiesj.
Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezenverklaarde levert op:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het bewezenverklaarde, overeenkomstig de eis van de officier van justitie, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van de tijd die de verdachte reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 7.200 gram hasjiesj in zijn woning. Hasjiesj is een verdovend middel waarvan het gebruik schadelijk kan zijn voor de volksgezondheid. Daarnaast leidt het voorhanden hebben daarvan in dergelijke hoeveelheden tot allerlei vormen van criminaliteit, overlast en andere maatschappelijke problemen.
Het hof heeft wat betreft de persoon van de verdachte kennisgenomen van een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 3 mei 2023 waaruit blijkt dat hij reeds meermalen onherroepelijk is veroordeeld ter zake van overtreding van de Opiumwet.
Het hof heeft verder gelet op de straffen die in soortgelijke gevallen plegen te worden opgelegd. Deze straffen hebben hun weerslag gevonden in de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. In die oriëntatiepunten wordt voor het aanwezig hebben van softdrugs met een gewicht van 5.000 tot 10.000 gram een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden als uitgangspunt genoemd. Hoewel het hof het eens is met het standpunt van de advocaat-generaal dat in geval van recidive de naast hogere trede als uitgangspunt moet worden genomen – een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden – zal het hof, nu er door het openbaar ministerie geen hoger beroep is ingesteld alsmede gelet op de overige feiten en omstandigheden van het geval, volstaan met oplegging van de straf die door de politierechter is opgelegd.
Het hof acht, alles afwegende en rekening houdend met het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht, een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden passend en geboden.

Beslag

De hierna te noemen, nog niet teruggegeven, voorwerpen zijn onder de verdachte in beslag genomen:
STK Verdovende middelen (goednummer: 6094279);
1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094259);
1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094157);
1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094165);
1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094166);
1 STK Telefoontoestel (goednummer: 6094169);
1 STK Niet te definiëren goederen (goednummer: 6094179);
1 STK Gereedschap (goednummer: 6094180);
1 STK Niet te definiëren goederen (goednummer: 6094192);
1 STK Ventilator (goednummer: 6094197);
1 STK Niet te definiëren goederen (goednummer: 6094200);
1 STK Vacuümmeter (goednummer: 6094287);
1 STK Oven (goednummer: 6094303).
De onder 1 tot en met 5 genoemde voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer, omdat het bewezenverklaarde met betrekking tot deze voorwerpen is begaan en het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang.
De onder 7 tot en met 13 genoemde voorwerpen zullen verbeurd worden verklaard, omdat het bewezenverklaarde is begaan of voorbereid met behulp van deze voorwerpen.
Het onder 6 vermelde voorwerp, zoals blijkt uit het dossier in beslag genomen onder goednummer 6094169, zal worden teruggegeven aan de verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet en de artikelen 33, 33a, 36b, 36c en 63 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 1 1 STK Niet te definiëren goederen (goednummer: 6094179);
 1 1 STK Gereedschap (goednummer: 6094180);
 1 1 STK Niet te definiëren goederen (goednummer: 6094192);
 1 1 STK Ventilator (goednummer: 6094197);
 1 1 STK Niet te definiëren goederen (goednummer: 6094200);
 1 1 STK Vacuümmeter (goednummer: 6094287);
 1 1 STK Oven (goednummer: 6094303).
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 1 1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094279);
 1 1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094259);
 1 1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094157);
 1 1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094165);
 1 1 STK Verdovende middelen (goednummer: 6094166).
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten: 1 STK Telefoontoestel (goednummer: 6094169).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.S. Ludwig, mr. N. van der Wijngaart en mr. D. Greven, in tegenwoordigheid van
mr. L. van Dijk, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
20 juni 2023.
Mr. D. Greven en mr. L. van Dijk zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]