Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Aanvullende bewijsoverweging
Aanvulling bewijsmiddel
[slachtoffer]:
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag, dat op 11 mei 2021 was gewezen. De verdachte, geboren in 1994, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 14 februari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de argumenten van de verdachte en zijn raadsman gehoord. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling in hoger beroep niet heeft geleid tot andere beslissingen dan die van de politierechter. Het hof bevestigt het vonnis, maar voegt een aanvullende bewijsoverweging toe en past de inhoud van een bewijsmiddel aan.
De raadsman van de verdachte heeft betoogd dat de verdachte vrijgesproken moet worden van het tenlastegelegde, onder verwijzing naar verklaringen van getuigen. Het hof heeft de verklaringen van de getuige en het slachtoffer beoordeeld en concludeert dat er geen reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van het slachtoffer, die aangaf dat de verdachte en zijn broertje betrokken waren bij de mishandeling. Het hof verwerpt het verweer van de raadsman en bevestigt het vonnis van de politierechter, met inachtneming van de aanvullende bewijsoverweging.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is openbaar gedaan en de ondertekening van het arrest is uitgevoerd door de griffier, met een stempelhandtekening van de oudste raadsheer die in het buitenland verbleef.