ECLI:NL:GHAMS:2023:1554
Gerechtshof Amsterdam
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over bewijslevering in hoger beroep inzake onrechtmatige daad en grafologisch onderzoek
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Amsterdam diende, betreft het een hoger beroep van een civiele zaak waarin [appellante] B.V. en [geïntimeerde] betrokken zijn. Het hof heeft op 4 juli 2023 een tussenuitspraak gedaan, voortbouwend op een eerder tussenarrest van 7 februari 2023. In het tussenarrest werd geoordeeld dat [geïntimeerde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens [appellante]. De zaak draait om de vraag of een handtekening op een document, dat door [geïntimeerde] is gepresenteerd, authentiek is. Het hof had eerder overwogen om een grafologisch onderzoek te laten uitvoeren, maar heeft besloten dit niet te gelasten omdat het onderzoek geen redelijk doel dient. Dit besluit is genomen na advies van ing. Verhulst, die aangaf dat een onderzoek naar de echtheid van de handtekening op basis van een fotokopie niet zinvol is.
Het hof heeft [geïntimeerde] de gelegenheid gegeven om door het horen van getuigen te bewijzen dat [appellante] heeft ingestemd met de door [geïntimeerde] geclaimde premies over de jaren 2016 tot en met 2019. De getuigen zullen worden gehoord door mr. R.J.M. Smit, die als raadsheer-commissaris is benoemd. De zaak is verwezen naar de rol van 18 juli 2023 voor het opgeven van verhinderdata door partijen. Het hof houdt verdere beslissingen aan in afwachting van de bewijslevering.