3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( i) [geïntimeerde] was vanaf 1 januari 1988 huurster van de woonruimte aan de [straatnaam] 24-III te [plaats] .
(ii) De woning maakt deel uit van het zogenoemde [complex] . De woningen van dit complex, die dateren uit 1932, waren van warmte en warm water voorzien door een gemeenschappelijke centrale verwarmings- en warm water installatie.
(iii) Variaprop heeft in 2007 het [complex] in eigendom verkregen. Variaprop heeft veel van de woningen in het [complex] verkocht en de woningen zijn daarna afgekoppeld van de gemeenschappelijke cv-installatie.
(iv) Tussen (een deel van) de huurders die gekoppeld bleven aan de gemeenschappelijke cv-installatie en Variaprop zijn vanaf 2011 meerdere procedures gevoerd over de stookkosten. Daarbij is komen vast te staan dat de cv-installatie ernstig verouderd was en hoge kosten met zich bracht.
( v) Bij e-mail van 5 juli 2013 heeft [geïntimeerde] aan (de beheerder van) Variaprop vanwege ‘de buiten proportie gestegen stook en servicekosten’ verzocht om afgekoppeld te worden van de gemeenschappelijke cv-installatie.
(vi) Bij brief van 4 december 2013 heeft de beheerder aan [geïntimeerde] bericht dat Variaprop akkoord ging met het plaatsen van een individuele cv-installatie onder onder meer de navolgende voorwaarden:
“* De cv-installatie wordt geplaatst door een erkend installateur.
* De cv-installatie vervalt automatisch aan de verhuurder wanneer door u de huur wordt opgezegd.
(…)
* De cv-installatie wordt goedgekeurd door Rappange Administratie B.V. zodra deze is geplaatst.
(…)
* Alle voorkomende kosten m.b.t. het aansluiten van de cv-installatie (…) komen voor rekening van de huurder.
Verder verzoeken wij u Rappange Administratie B.V. te informeren over welke installateur de installatie bij u komt plaatsen en wanneer.
(…)”
(vii) Op 6 december 2013 heeft [bedrijf] een cv-ketel met toebehoren en aan- en afvoerleidingen in de woning van [geïntimeerde] geïnstalleerd. De factuur bedroeg € 4.650,00 inclusief btw. Het bedrag is verder niet gespecificeerd. Volgens de omschrijving van de factuur is naast het plaatsen van een nieuwe cv-ketel en het aansluiten daarop van de vijf bestaande radiatoren ook een nieuwe radiator op de zolderkamer van het gehuurde geïnstalleerd.
(viii) [geïntimeerde] heeft de huur opgezegd per 1 februari 2015. De cv-installatie en toebehoren zijn bij het einde van de huurovereenkomst in de woning achtergebleven.
(ix) Variaprop heeft de woning niet opnieuw verhuurd, maar heeft deze een paar weken na het vertrek van [geïntimeerde] verkocht aan [naam 1] van Snamtech. Deze heeft de woning gerenoveerd, maar de cv-ketel en het drukvat zijn niet vervangen.
( x) Een buurvrouw van [geïntimeerde] , [naam 2] , heeft tegelijkertijd met [geïntimeerde] in 2013 aan Variaprop toestemming verzocht een eigen cv-installatie te mogen plaatsen. [naam 2] is in januari 2018 een procedure gestart tegen Variaprop waarbij zij op grond van ongerechtvaardigde verrijking vorderde Variaprop te veroordelen tot betaling van € 4.000,00. Bij vonnis van 21 augustus 2018 is de vordering tot een bedrag van € 3.000,00 toegewezen. Dit vonnis is bekrachtigd bij arrest van dit hof van 14 juli 2020, zij het dat het hof de te betalen hoofdsom vanwege de afschrijving heeft gecorrigeerd naar € 2.700,00.
(xi) [geïntimeerde] heeft bij brief van 14 november 2019 Variaprop verzocht € 4.638,86 aan haar te voldoen uit hoofde van ongerechtvaardigde verrijking.
Procedure bij de kantonrechter