ECLI:NL:GHAMS:2023:1509

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
15 juni 2023
Publicatiedatum
30 juni 2023
Zaaknummer
23-001837-20
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens niet handhaven door verdachte

In deze zaak heeft de verdachte hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 11 augustus 2020 is gewezen in de strafzaken met de parketnummers 15-021865-20 en 15-162647-18. Tijdens de zitting op 15 juni 2023 heeft de verdachte echter aangegeven het hoger beroep niet te willen handhaven. De raadslieden van de verdachte hebben dit bevestigd, en er is geen schriftelijke indiening van grieven gedaan. De advocaat-generaal en de benadeelde partijen hebben ook geen belang bij nader onderzoek naar voren gebracht. Gezien deze omstandigheden heeft het hof, op basis van artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

Het arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin de rechters H.A. Stalenhoef, S. Jongeling en D.A.G. van Toor zitting hadden. De uitspraak vond plaats op de openbare terechtzitting van 15 juni 2023, waarbij mr. R.M. ter Horst als griffier aanwezig was. De rechters Stalenhoef, van Toor en ter Horst waren niet in staat het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001837-20
datum uitspraak: 15 juni 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 11 augustus 2020 in de strafzaak onder de parketnummers 15-021865-20 en 15-162647-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1999,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 15 juni 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van hetgeen de raadslieden van de verdachte en de advocaat-generaal naar voren hebben gebracht.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Nu de raadslieden ter terechtzitting te kennen hebben gegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, dat door of namens de verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend en – gehoord de advocaat-generaal en de benadeelde partijen – ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal de verdachte gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. H.A. Stalenhoef, mr. S. Jongeling en mr. D.A.G. van Toor, in tegenwoordigheid van mr. R.M. ter Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 15 juni 2023.
Mr. H.A. Stalenhoef, mr. D.A.G. van Toor en mr. R.M. ter Horst zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.