Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De beoordeling
in conventiegevorderd, kort gezegd, dat de rechtbank
primaira) voor recht verklaart dat de strook grond eigendom is van [geïntimeerde] en niet belast is met een recht van gebruik en/of een recht van erfdienstbaarheid ten behoeve van [appellante] , b) [appellante] veroordeelt – als wordt geoordeeld dat zij door middel van verjaring eigenares van de strook grond is geworden – tot overdracht van die strook aan [geïntimeerde] , althans c) [appellante] veroordeelt [geïntimeerde] vrije en onbelemmerde toegang tot de strook grond te verlenen althans mee te werken aan de vestiging van een wederzijdse erfdienstbaarheid, voorts d) [appellante] veroordeelt om de toegang tot de strook grond vanaf haar perceel af te sluiten en die strook te ontruimen en het overhangende hekwerk te verwijderen alsmede e) [appellante] verbiedt nog langer water of vuilnis af te voeren en te lozen op de strook grond, met beslissing over de proceskosten, inclusief de nakosten en met wettelijke rente. [appellante] heeft tegen deze vorderingen verweer gevoerd en zelf
in reconventiegevorderd, kort gezegd, dat de rechtbank voor recht verklaart dat de strook grond door middel van verjaring haar eigendom is geworden en niet belast is met een recht van gebruik en/of een recht van erfdienstbaarheid ten behoeve van [geïntimeerde] en bepaalt dat [geïntimeerde] een onderzoek moet dulden aan twee luchtafvoeren in de buitenmuur van het PMT-gebouw en hem veroordeelt maatregelen te treffen als het resultaat daarvan is dat die afvoeren niet aan het Bouwbesluit voldoen, met beslissing over de proceskosten. [geïntimeerde] heeft tegen deze vorderingen verweer gevoerd.
in conventievoor recht verklaard dat de strook grond eigendom is van [geïntimeerde] en niet belast is met een recht van gebruik en/of een recht van erfdienstbaarheid ten behoeve van [appellante] , [appellante] op straffe van verbeurte van een dwangsom veroordeeld om de strook grond te ontruimen en ontruimd te houden en verboden water of vuilnis af te voeren en te lozen op de strook grond en, ten slotte, [appellante] veroordeeld in de proceskosten, inclusief de nakosten en met wettelijke rente. De rechtbank heeft
in reconventiede vorderingen afgewezen en [appellante] veroordeeld in de proceskosten. Tegen deze beslissing alsmede de gronden waarop die beslissing berust komt [appellante] in hoger beroep met 13 grieven op.
gehelestrook grond doet – met name relevant of, zoals [appellante] verdedigt, de stippellijnen in de kadastrale veldwerktekeningen – waarop in beide gevallen de erfgrens niet samenvalt met de buitenmuur van het PMT-gebouw of van de woning, maar ergens in het midden van de strook grond loopt – de huidige eigendomsgrens weergeven dan wel, zoals [geïntimeerde] aanvoert, ervan moet worden uitgegaan dat die eigendomsgrens samenvalt met de oorspronkelijke buitenmuur van de woning met toebehoren van [appellante] .
kunnenworden gevormd door de stippellijnen in de kadastrale veldwerktekeningen.
grief 12faalt.
grief 1grotendeels faalt en voor een klein deel slaagt.
grief 2 tot en met grief 4en
grief 7 tot en met grief 9in zoverre slagen.
grief 5en
grief 10in zoverre slagen. [appellante] heeft daarnaast in hoger beroep een verklaring voor recht gevorderd dat zij op grond van het vonnis waarvan beroep geen dwangsommen heeft verbeurd. Ook die vordering zal worden toegewezen, omdat de in dat vonnis uitgesproken veroordelingen waaraan een dwangsom was verbonden waren gebaseerd op de aanname dat [geïntimeerde] eigenaar was van de volledige strook grond. Omdat [appellante] niet heeft gesteld dat de afvoerpijp, de regenpijp en de dakgoot zich uitsluitend bevonden in dat (geringe) deel van de strook grond dat aan haar in eigendom toebehoort, zal de vordering van [appellante] om [geïntimeerde] te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van € 5.100,39 ter zake van schadevergoeding worden afgewezen. Dit brengt mee dat
grief 13faalt.
grief 6en
grief 11.
4.De beslissing
in conventieen begroot die kosten, voor zover tot heden aan de kant van [geïntimeerde] gevallen op in totaal € 1.532,96 voor verschotten en salaris van de advocaat en op € 163,00 voor nasalaris van de advocaat, te vermeerderen met € 85,00 voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot in geval betekening van dit arrest plaatsvindt, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit arrest tot de dag der voldoening;
in reconventieen begroot die kosten, voor zover tot heden aan de kant van [geïntimeerde] gevallen, op nihil voor verschotten en op € 563,00 voor salaris van de advocaat;