Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Rotterdam en/of Spijkenisse tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
hij op of omstreeks 15 januari 2018 te Rotterdam een onderdeel van een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º, gelet op artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een patroonmagazijn van het merk/type Walther P-22, zijnde een hulpstuk en/of een onderdeel van wezenlijke aard en specifiek bestemd voor een pistool van het merk/type Walther P-22, en/of 16 bijbehorende kogelpatronen van het kaliber .22 Long Rifle voorhanden heeft gehad.
Vonnis waarvan beroep
Geldigheid van de dagvaarding ten aanzien van feit 1
Bewijsoverweging t.a.v. feit 1
het hof begrijpt: de huid] en subcutis [
het hof begrijpt: de onderhuid]”.
- De aangever heeft verklaard dat er bitcoins zijn weggenomen. Uit het dossier blijkt dat er op 14 januari 2018 van het account van de aangever 1,159 bitcoin is overgemaakt naar account [adres04]-, een account dat kan worden gelinkt aan de vriendin van de verdachte.
- Het Louis Vuittontasje waarmee de aangever op de beelden van de [adres02] te zien is, is later aangetroffen in de auto die in gebruik was bij [medeverdachte01] . De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bovendien verklaard dat op de avond van 14 januari 2018 een Louis Vuittontasje van de aangever is afgenomen.
- De verbalisanten treffen in de kelderbox in het midden van de ruimte een zwarte stoel aan, eenzelfde stoel als waarover de aangever heeft verklaard. Er zat voor de stoel een beschadiging in de grond en achter de stoel lag een afgeschoten projectiel, hetgeen past bij de verklaring van de aangever dat er een wapen op de grond voor de stoel waarop hij zat is afgevuurd.
- De aangever heeft verklaard dat er twee wapens, namelijk een automatisch wapen en een handvuurwapen, aanwezig waren. Dit wordt ondersteund door de sms-berichten tussen de verdachte en - [telefoonnummer01] over “de kleine” en “de grote”. De aangever heeft verklaard dat de verdachte de kelderbox heeft verlaten met een zwarte Eastpacktas met daarin een vuurwapen. Op de camerabeelden is te zien dat de verdachte om 00.23 uur de berging verlaat met een zwarte rugtas.
- Dat de aangever snijletsel heeft opgelopen volgt niet alleen uit de aangifte, maar ook uit de letselwaarneming van de verbalisanten en de arts op de huisartsenpost.
- De verklaring van de aangever dat hij in de kelderbox werd opgewacht door twee personen wordt ondersteund door de sms-berichten, waaruit blijkt dat [medeverdachte01] hoort dat er iemand seks heeft in de kelderbox naast die waar [medeverdachte01] en een of meer anderen (‘ons’) zich bevinden. Verder wordt dit ondersteund door de telefoongegevens en de beelden. De verdachte stuurt naar [medeverdachte01] een bericht dat hij de telefoon zal laten overgaan als de bel gaat. Als de verdachte en de aangever om 22.27 uur naar de kelderbox lopen wordt op datzelfde tijdstip door de verdachte naar [medeverdachte01] gebeld, waarbij de oproep niet wordt beantwoord. Dit wijst er naar het oordeel van het hof op dat de mededaders zich op dat moment al bij de kelderbox bevonden.
Bewezenverklaring
hij omstreeks 15 januari 2018 te Rotterdam tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
hij op 15 januari 2018 te Rotterdam een onderdeel van een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3º, gelet op artikel 2 lid 1 Categorie III onder 1º van de Wet wapens en munitie, te weten een patroonmagazijn van het merk/type Walther P-22, zijnde een onderdeel van wezenlijke aard en specifiek bestemd voor een pistool van het merk/type Walther P-22, en 16 bijbehorende kogelpatronen van het kaliber .22 Long Rifle voorhanden heeft gehad.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer01]
- horloge € 17.568,00;
- geldbedrag € 2.000,00;
- reiskosten € 110,89;
- bitcoin € 10.718,32;
- immateriële schade € 10.000,00.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
€ 17.829,21 (zeventienduizend achthonderdnegenentwintig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 12.829,21 (twaalfduizend achthonderdnegenentwintig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.