Uitspraak
1.[geïntimeerde 1] ,
mr. [geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.De klacht
5.Beoordeling
binnende beroepstermijn – op 27 november 2022 – de gronden aangevuld. Deze werkwijze is niet in strijd met de Gdw. Het effect ervan is immers hetzelfde als wanneer klaagster op 27 november 2022 het volledige beroepschrift had ingediend. De gerechtsdeurwaarders zijn door deze gang van zaken niet in hun belangen geschaad. De aanvulling is abusievelijk niet aan de gerechtsdeurwaarders toegezonden. Dat heeft het hof alsnog gedaan per e-mailbericht aan de gerechtsdeurwaarders op 23 maart 2023. Daarbij is aan de gerechtsdeurwaarders de gelegenheid geboden om uiterlijk twee dagen voorafgaand aan de zitting schriftelijk te reageren. De gerechtsdeurwaarders hebben van deze gelegenheid geen gebruik gemaakt.
adresvan klaagster in het buitenland. De enige beschikbare informatie was dat klaagster in [plaats 2] , [land] zou wonen, maar dat was ontoereikend om het exploot in het buitenland te kunnen betekenen volgens artikel 55 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Er was immers geen concreet
adreswaarnaar een afschrift van het exploot kon worden gestuurd en waar betekening door een buitenlandse autoriteit kon plaatsvinden. Ingevolge artikel 54 lid 4 Rv was in dat geval betekening aan het parket van de ambtenaar van het Openbaar Ministerie met publicatie in de Staatscourant de aangewezen weg. De opvolgende exploten zijn op deze wijze – dat wil zeggen openbaar (zonder bekende woon- of verblijfplaats binnen of buiten Nederland) – betekend. Ook dit is juist en dus niet tuchtrechtelijk laakbaar. Als klaagster had gewild dat de exploten haar op het adres in het buitenland zouden worden toegestuurd, had het op de weg van klaagster gelegen om – in de diverse mails die zij naar de gerechtsdeurwaarders heeft gestuurd – een juist en volledig adres door te geven. Klaagster heeft dat nagelaten. De gerechtsdeurwaarder is – in geval van een openbare betekening – niet verplicht om een kopie van de exploten per e-mail te versturen. De gerechtsdeurwaarders hebben dat overigens uiteindelijk wel gedaan op 16 april 2021.
briefadres. Dit klachtonderdeel is ongegrond.