ECLI:NL:GHAMS:2023:1412

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
13 maart 2023
Publicatiedatum
20 juni 2023
Zaaknummer
200/323/466/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wrakingsbeslissing inzake verzoek tot wraking van rechters na einduitspraak

Op 13 maart 2023 heeft de wrakingskamer van het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek dat op 23 februari 2023 was ingediend door verzoekster, wonende te [woonplaats01]. Het verzoek strekte tot wraking van de rechters mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M. Senden, die eerder op 22 februari 2023 een eindbeslissing hadden genomen in de hoofdzaak van verzoekster, betreffende de opheffing of schorsing van haar voorlopige hechtenis. De rechters hebben niet ingestemd met het wrakingsverzoek en hebben op 1 maart 2023 schriftelijk gereageerd.

De wrakingskamer heeft in haar beslissing vastgesteld dat de wet niet voorziet in de mogelijkheid om een wrakingsverzoek in te dienen tegen rechters die een einduitspraak hebben gedaan. Aangezien de beschikking van 22 februari 2023 een eindbeslissing was, was verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking. De wrakingskamer heeft daarom besloten om geen mondelinge behandeling van het verzoek te houden, conform het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam.

De beslissing is openbaar uitgesproken op 13 maart 2023 en is ondertekend door de rechters R. Kuiper, F.J.P.M. Haas en I.A. Haanappel-van der Burg, met inachtneming dat mrs. I.A. Haanappel-van der Burg en S.W.H. Bootsma niet in staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

zaaknummer wrakingszaak : 200.323.466/01
zaaknummer hoofdzaak : 23-002075-19
beslissing van de wrakingskamer van 13 maart 2023
inzake het op 23 februari 2023 ingediende wrakingsverzoek van
[verzoekster01] ,
wonende te [woonplaats01] ,
hierna te noemen “verzoekster”.

1.Het geding

Namens verzoekster is op 23 februari 2023 per e-mailbericht een verzoek tot wraking gedaan. Het verzoek strekt tot wraking van mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M. Senden (hierna: de raadsheren), die bij beschikking van 22 februari 2023 hebben beslist op het verzoek tot opheffing dan wel schorsing van de voorlopige hechtenis van verzoekster en op de vordering tot gevangenhouding dan wel gevangenneming van verzoekster.
De raadsheren hebben niet berust in het wrakingsverzoek. Zij hebben op 1 maart 2023 een schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek gegeven.

2.Ontvankelijkheid van het wrakingsverzoek

2.1
De beschikking van 22 februari 2023 is een eindbeslissing waarmee de behandeling van de zaak is geëindigd. De wet voorziet niet in de mogelijkheid om, wanneer de behandeling van een zaak is geëindigd door het doen van een einduitspraak, wraking te verzoeken van een rechter die deze uitspraak heeft gedaan (zie o.a. de arresten van de Hoge Raad van 13 april 2010, ECLI:NL:2010:BJ9926 en 2 november 2010, ECLI:NL:2010:BN2366). Het met wraking beoogde doel dat een rechter de zaak niet (verder) behandelt, kan immers niet meer worden bereikt. Om die reden is verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking.
2.2
Gelet op het voorgaande kan – overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 4.2 sub d van het Wrakingsprotocol van het gerechtshof Amsterdam – een mondelinge behandeling van het voorliggende wrakingsverzoek achterwege blijven.

3.De beslissing

De wrakingskamer verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking van
mr. A.E. Kleene-Krom en mr. M. Senden.
Deze beslissing is gegeven door mrs. R. Kuiper, F.J.P.M. Haas en
I.A. Haanappel-van der Burg, in tegenwoordigheid van mrs. S.W.H. Bootsma en
I.A. Kranenburg, griffiers, en is op 13 maart 2023 in het openbaar uitgesproken.
Mrs. I.A. Haanappel-van der Burg en S.W.H. Bootsma zijn buiten staat de beslissing mede te ondertekenen.