Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.TESA SE,
1.[geïntimeerde 1] B.V.,
2. [geïntimeerde 2] B.V.,
3. [geïntimeerde 3] B.V.,
4. [geïntimeerde 4] B.V.,
5. [geïntimeerde 5] ,
6. [geïntimeerde 6] ,
7. [geïntimeerde 7] ,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Sale and Purchase Agreement(SPA) gesloten op grond waarvan zij op 1 maart 2018 (de zogenoemde
Completion Date) voor een bedrag van € 27.000.000,- (plus een variabele nabetaling) de aandelen heeft verkregen in [geïntimeerde 1] B.V.
(oud). Zij heeft die aandelen verkregen van [geïntimeerde 4] (80%) en van [naam 1] (20%). In [geïntimeerde 1] B.V.
(oud)is de zogenoemde Twinlock Sleeve ontwikkeld en geproduceerd, een herbruikbare en zelfklevende drukpersmal die wordt toegepast in de flexografische industrie. Op de
sleeverust geen octrooirecht.
Machinery Business(reinigingsmachines) overgedragen.
Completion Date(dus tot 1 maart 2021) direct of indirect een belang te hebben in een soortgelijke onderneming als [geïntimeerde 1] B.V.
(oud)of in een onderneming die met [geïntimeerde 1] B.V.
(oud)kan concurreren. In artikel 14.2 zijn partijen een wervingsverbod overeengekomen. Op grond hiervan dienen [geïntimeerde 4] , [geïntimeerde 5] en [naam 1] zich voor een periode van drie jaar te onthouden van het benaderen of het in dienst nemen van werknemers van Tesa, het benaderen of werken voor klanten of leveranciers van Tesa en het verrichten van handelingen die de concurrentiepositie van enige concurrerende onderneming kan versterken.
(oud)gewijzigd in Tesa TL. De letters TL verwijzen naar de Twinlock Sleeve. Tesa TL is gevestigd in hetzelfde pand als waarin [geïntimeerde 1] B.V.
(oud)was gevestigd. Dit pand wordt gehuurd van [geïntimeerde 5] .
(nieuw).Deze laatste vennootschap bezit 100% van de aandelen in [geïntimeerde 2] . In die laatste vennootschap wordt de zogenoemde [geïntimeerde 3] Sleeve ontwikkeld en geproduceerd. Dit betreft eveneens een herbruikbare en zelfklevende drukpersmal die wordt toegepast in de flexografische industrie.
- [geïntimeerde 3] inbreuk pleegt op de TWINLOCK-Uniemerken;
- [geïntimeerde 5] en [geïntimeerde 4] de artikelen 14.1 en 14.2 van de SPA (zie hierboven onder 3.4) hebben overtreden;
- [geïntimeerde 3] zich schuldig maakt aan onrechtmatige concurrentie, en
- [geïntimeerde 3] op onrechtmatige wijze bedrijfsgeheimen van Tesa TL heeft verkregen.
vanaf 1 maart 2018 tot en met de datum van beslaglegging:
een eerste zeer grove uitkomst” toegezonden van “
zoekresultaten” met betrekking tot informatie van onze cliënten die onder het bewijsbeslag valt. Daarbij heeft u de advocaten van uw opdrachtgever in cc gezet. Dit heeft ons zeer verbaasd. Het verlof van de voorzieningenrechter biedt hiervoor geen grondslag. Ook is deze handelwijze evident een schending van wet- en regelgeving en de door u ondertekende geheimhoudingsovereenkomst van 23 december 2021.
4.Beoordeling
hof:
business(werknemers, klanten, bedrijfsgeheimen en merkenrechten etc. rondom de ontwikkeling, fabricage en verkoop van de Twinlock Sleeve, de Twinlock Sleeve-cleaner en de Twinlock-consumables). De overname zag niet alleen op de Twinlock Sleeve maar ook op aanverwante artikelen, zoals de Twinlock Activator. [geïntimeerde 3] heeft een georkestreerde aanval op Tesa gelanceerd, waardoor de waarde van de overgenomen vermogensbestanddelen aanzienlijk is gedaald en Tesa aanzienlijke schade lijdt. Kort na 1 maart 2021 zijn de nieuwe [geïntimeerde 3] - vennootschappen ingeschreven. Hoewel op dat moment het non-concurrentiebeding en het wervingsverbod uit de SPA geen werking meer hadden, is [geïntimeerde 3] de grenzen van toegestane concurrentie ver te buiten gegaan. Het patroon van ongeoorloofde handelingen blijkt uit (1) de merkinbreuk, gepleegd op de website van [geïntimeerde 3] en in haar bedrijfsruimtes, (2) het feit dat de nieuwe [geïntimeerde 3] - vennootschappen slechts 400 meter van het bedrijfspand van Tesa zijn gevestigd, (3) het feit dat [geïntimeerde 3] belangrijke klanten van Tesa heeft benaderd en zich daarbij heeft bediend van bedrijfsgeheime informatie, verkregen van oud-medewerkers van Tesa, en (4) het feit dat [geïntimeerde 7] in dienst is getreden van [geïntimeerde 3] toen het wervingsverbod nog van kracht was en vijf andere medewerkers kort na 1 maart 2021 die overstap hebben gemaakt.
bepaaldebescheiden. Met het toezenden van het overzicht van zoekresultaten aan Tesa heeft de deurwaarder de in dit geval in acht te nemen vertrouwelijkheid geschonden, waardoor niet kan worden uitgesloten dat bedrijfsvertrouwelijke informatie van [geïntimeerde 3] bij Tesa is terechtgekomen. Ook heeft Tesa in strijd gehandeld met artikel 21 Rv door in het beslagrekest niet te vermelden dat Tesa voor de indiensttreding van [geïntimeerde 7] bij [geïntimeerde 3] toestemming had gegeven.
Semtex).
sleeve.
sleeveniet beschermd door octrooirecht. Evenmin is gebleken dat het leveren of aanbieden van de
sleeve(en/of bijbehorende diensten) voorwerp is van enig ander intellectuele-eigendomsrecht.
sleevesdoor AR Packaging zelf aan [geïntimeerde 3] zijn verstrekt.
sleevesmaar dit betrof, zoals Tesa volgens [geïntimeerde 3] in eerste aanleg bevestigde, andere dan de door Tesa bedoelde vertrouwelijke maatgegevens. Ten aanzien van laatstbedoelde gegevens heeft Tesa overigens niet onderbouwd hoe [geïntimeerde 3] daarmee voordeel bij de concurrentie zou kunnen behalen, nu Tetra Pak als (potentiële) klant immers zelf kan en zal opgeven welke maatvoering zij wenst, aldus [geïntimeerde 3] .
sleevesmaar op reinigingsmachines, waarvan het op grond van de tussen partijen gesloten
Agency Agreementaan werknemers van Tesa was toegestaan om daarvoor werkzaamheden te verrichten ten behoeve van de verkoop (door [geïntimeerde 3] ) van die machines.
ex partebeslist. Voor zover de onderbouwing van deze grief erop neerkomt dat de voorzieningenrechter het verzochte beslag ook los van de onjuiste informatie zou hebben toegestaan, wordt miskend dat de in artikel 21 Rv bedoelde plicht van partijen ziet op het aanvoeren van de voor de beslissing van belang zijnde feiten. Dat het wegdenken van één belangrijk feit niet tot een andere beslissing zou hebben geleid maakt niet dat zo’n feit zonder schending van artikel 21 Rv kan worden weggelaten, nu immers de voorzieningenrechter in een geval als dit zijn beslissing moet kunnen baseren op het geheel van de feiten en omstandigheden die kenmerkend zijn voor het aan hem voorgelegde geval.