In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1974, werd beschuldigd van het opzettelijk aanbieden en in voorraad hebben van valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken, specifiek valse Apple-producten, in de periode van 18 juni 2021 tot en met 24 juni 2021. De verdachte had deze producten in zijn telefoniewinkel te Amsterdam te koop aangeboden. Tijdens de zitting in hoger beroep op 17 mei 2023 heeft de verdediging vrijspraak bepleit, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de valsheid van de producten. Het hof heeft echter vastgesteld dat de aangetroffen producten duidelijk vals waren, en dat de verdachte had moeten weten dat hij valse producten verkocht, gezien de algemene bekendheid van namaak Apple-producten.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte schuldig bevonden aan het ten laste gelegde. De verdachte is veroordeeld tot een geldboete van € 1.000,- en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken met een proeftijd van twee jaar. Het hof heeft daarbij de ernst van het feit en de gevolgen voor de consument en de merkhouder in overweging genomen. De verdachte heeft bijgedragen aan concurrentievervalsing en imagoschade voor het merk Apple. Het hof oordeelde dat een enkele geldboete niet voldoende was en dat een voorwaardelijke gevangenisstraf noodzakelijk was om herhaling van strafbare feiten te voorkomen.