Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Bewijsmotivering
conference of partiesvan het CITES-verdrag [1] ondertussen een uitzondering heeft geaccepteerd voor het voornoemde ingrediënt – mits afkomstig van kunstmatig gekweekte planten – ten behoeve van cosmetisch gebruik, en het feit zodoende niet langer strafbaar is.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
conference of partiesvan het CITES-verdrag een uitzondering aanvaard voor het cosmetisch gebruik van specimens van ‘Phalaenopsis amibilis’. Deze uitzondering is tot uitdrukking gebracht in het nieuw ingevoerde sub g bij annotatie 4 van Appendix II behorende bij het verdrag en betreft (onder meer) producten waarin specimens van kunstmatig gekweekte ‘Phalaenopsis amabilis’ verwerkt zijn en die bestemd zijn voor de detailhandel in cosmetica. Het hof concludeert vooreerst dat het in deze zaak onderhavige gezichtsmasker binnen de reikwijdte van het nieuwe sub g valt, nu uit het dossier volgt dat het gaat om een cosmetisch product waarin een specimen van een kunstmatig gekweekte ‘Phalaenopsis amabilis’ is verwerkt. Verder constateert het hof dat hoewel de tekst van Appendix II bij het CITES-verdrag met ingang van 21 mei 2023 is aangepast, in de daarvan afgeleide Europese regelgeving de voornoemde uitzondering (nog) niet is geïmplementeerd. Gelet op de verwevenheid van het CITES-verdrag en de Basisverordening, welke laatste verordening meermaals naar het verdrag verwijst en bovendien in het leven is geroepen om uitvoering te geven aan de bepalingen uit het verdrag, is het hof van oordeel dat in het systeem van de genoemde regelgeving besloten ligt dat het CITES-verdrag koersbepalend is. Uit dat oordeel vloeit voort dat thans sprake is van een verandering van wetgeving na het tijdstip waarop het feit is begaan, welke verandering blijkens de stukken van de 19e bijeenkomst van de
conference of partiesbovendien is ingegeven door een verandering van inzicht van de (internationale) wetgever over de strafwaardigheid van bepaald gedrag. Gelet op het bepaalde in artikel 1, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, zal het hof de voor de verdachte meest gunstige bepaling toepassen en dat brengt met zich mee dat het ten laste gelegde feit niet langer strafbaar is.
Beslag
BESLISSING
nietstrafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.